Anne, de oudste dochter van mijn vriendin, heeft buitengewone belangstelling voor mijn stoelgang. ‘Ralph, heb je vandaag al gepoept?’ De eerste keren was ik nogal beschroomd om daarop te antwoorden. Laat ik er bij vertellen dat ze 14 is. Voor het perspectief.
Geuren en kleuren
Aan mijn eigen peuters vertel ik in geuren en kleuren alles wat ik op de WC uitspook, opvoedingsgewijs. Aan tieners blijkbaar niet. Da’s eigenlijk gek. Ik ben niet opgegroeid met een taboe op plas en poep. Eerder omgekeerd: mijn moeder plast al haar hele leven met de deur wijd open. Zo hard dat het porselein van de pot spat en zo snel dat niemand haar ooit heeft kunnen betrappen. Over het poepen van mijn vader wil ik het liever niet hebben. Over de doden niets dan goeds.
Openheid
Toch antwoordde ik Anne de eerste keren niet. Of nou ja, door niets te zeggen, of wat te zuchten, antwoordde ik eigenlijk wel. ‘Schaam je je voor je poep, Ralphie?’ vroeg ze plagend. De rest van het gezin lachte meewarig. Die Ralph met zijn hangups. Inmiddels begint ’t een beetje te wennen, ik heb zelfs mijn eerste boer al gelaten. Dat was wel een momentje, merkte ik: ik hoor er nu helemaal bij. Een boer is blijkbaar deel van hun geheime taal, gecodeerd volgens het principe: hoe ongegeneerder, hoe beter.
Openheid is er sowieso de norm. Ze hebben mij geleerd dat geheimen niks anders zijn dan bommetjes.
Relatie als gevangenis
Of nu ja, geheimen. Dat klinkt ook zo geheimzinnig. Het ligt subtieler: ze hebben me dat drukkende gevoel in mijn borst leren kennen. Dat gevoel dat me bekruipt als ik mezelf geweld aan doe. Als ik iets doe of zeg wat ik eigenlijk niet wil doen of zeggen, maar wat ik dan wel doe of zeg omdat ik niet wil dat de ander mij veroordeelt. Het ‘vind mij lief’-principe. Het zijn de kleine concessies die een relatie tot een gevangenis kunnen maken. Ik was er altijd zeer bedreven in.
Boeren
‘Je bent jezelf niet, Ralph’, wordt me nu verteld. ‘Wat wil je echt?’
Ze hebben liever dat ik mezelf ben in al mijn lelijkheid dan dat ik hen een plezier doe terwijl ik er niet achter sta. Da’s wennen voor mij, mister nice guy. Dus eerst deed ik of mijn neus bloedde. Dat waren schamele pogingen. Alles is op mijn gezicht te lezen. Inmiddels herken ik ‘t drukkende gevoel al voor het er is. Rücksichtsloze eerlijkheid is het gevolg. Vooral naar mezelf toe. En wat een ruimte geeft dat.
Alleen jammer dat je er zo van gaat boeren.