Eigenlijk vind ik maar één ding echt irritant aan de andere sekse. De man dus. Het interesseert me geen lor dat ik meer in het huishouden doe dan hij. Dat hij zijn onderbroek onder het bed laat slingeren of de sokken naast de wasmand gooit. Waar ik niet tegen kan is het gemak waarmee hij kan liegen.
Jaloers
Eigenlijk ben ik natuurlijk gewoon jaloers. Het lijkt me geweldig om zonder blikken of blozen de boel zo te kunnen verdraaien dat de ander, de vrouw dus, het gevoel krijgt dat het aan haar ligt. ‘Ja, maar schatje, dacht je nu echt dat ik niet veel liever bij jullie was in plaats van op mijn werk?’ ‘Ja, dat dacht ik even, want je gaat nooit eerder uit zo’n saaie vergadering weg, terwijl ik op mijn werk wel…, maar ja, als je het zo stelt. Ja, misschien wil je het ook wel, maar kan het gewoon niet. Maar haal jij volgende week dan wél de kinderen op?’ En bingo, weer 1-0, of inmiddels, 1000-0 voor meneer.
Pleaser
Vroeger trapte ik er al in, want ik werd veel te jong een pleaser. In mijn opvoeding lag de valkuil beloond te worden voor poezelig, lief, kneedbaar gedrag. Bij welk meisje niet? En daar zijn we mooi klaar mee. Jaren later, als vrouw. ‘Wilt u erbij meneer? Stap ik toch opzij.’ ‘Wilt u mij iets wijsmaken meneer? Dan geloof ik dat toch.’ ‘Nee, dat met haar stelt niets voor. Weet ik toch. Oh, ze is er dit weekend niet en je wilt toch ergens je pik kwijt? Doen we dat toch?’ ‘Jeetje, je oma én opa met je drie neefjes allemaal tegelijk onder de tram? Ja dan snap ik dat het even duurt voor je kunt bellen. Weet ik toch, ik geloof alles, als je me maar lief vindt.’ Dat waren zo’n beetje mijn antwoorden. En ik sprak ze uit terwijl ik nog eens extra met mijn lange wimpers knipperde. Zum kotzen, nicht?
Wc-kalender
Of er nog hoop is weet ik niet. Soms denk ik van wel. Liegen kan ik nog steeds niet zo goed, maar niet meer in de leugens van anderen trappen gaat me steeds beter af. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs. Ik zit al jaren in het stadium dat ik het doorzie, maar er niet altijd iets van zeg. Mijn wimpers blijven een tic uit de gilles de la tourette reeks. Gaat gewoon vanzelf. Dus die onnozele blik blijf ik maar inzetten. Alleen tegenwoordig ook in mijn eigen voordeel. ‘Ach schat, je weet toch dat ik liever bij jou zou zijn, maar ja… dat meidenweekend staat al weken gepland. Dat heb ik toch gezegd! Het staat zelfs op de kalender in de wc. Bij vandaag ja, met die grote cirkel eromheen. Dat je dat niet gezien hebt zeg. En ja, dahaa… natuurlijk gedraag ik me en zal ik heeel erg veel aan je denken.’ Knipper, knipper…