Volgens haar: Vriend

Mijn moeder zei herhaaldelijk: ‘El, haal je niets in je hoofd, vriendschap met een man, dat kan niet.’ Daarmee bedoelde ze niet dat mannen niet te hebben zijn. Ze bedoelde dat, wanneer je zelf een vrouw bent, ze niet te hebben zijn op vriendschappelijke basis. En daarmee bedoelde ze weer; zonder seks. 

Good old mom
Ik vond het nogal wat, die uitspraak. Van chemie tussen man en vrouw had ik nog niet zoveel kaas gegeten. In die dagen was iedereen eigenlijk wel aardig -dus vriendschapswaardig –  tot het tegendeel bewezen was. Mijn moeder had kennelijk al wat bewijs. Dat ging bij mij nog even duren. Een mannetje of tig, schat ik, en de laatste is nog niet geweest, ben ik bang. Want steeds trap ik er, op mijn eigen onnavolgbare naïeve wijze weer in. En steeds krijgt good old mom gelijk. Op een paar vriendschappen na. De mannen die van nature al niet zo veel met onderbuikchemie hebben met vrouwen in het algemeen of mij in het bijzonder. En dat ene exemplaar in de vorm van X. Met hem is de onderlinge chemie tot uitentreuren doorgenomen en opgeraakt. Alhoewel. Als hij de kans krijgt…

Kansverkleiner
Dus bewaak ik die kans. De genegenheid die ik voel wil ik behouden, niet verprutsen. Van zijn persoonlijke lief, ooit, ben ik verworden tot zijn persoonlijke kansverkleiner. Wat ook een bepaalde spanning oplevert, maar dan een leuke. Eén die we zonder gevaar ten opzichte van nieuwe liefdes kunnen uitoefenen. We bellen, babbelen, ondersteunen, leven mee, en lachen om, uit of met. Zeg maar, gewoon de dingen die vrienden doen. Niet dagelijks maar wel op cruciale momenten. Dan is hij net even de enige die belt of een kaartje stuurt. En dat maakt hem tot waardevolle vriend. Voor mij. Of ik ook voor hem een complete vriendin ben, zo zonder seks, zou ik op een mooi moment nog eens moeten overleggen. Maar dan wel met hem, niet met mijn moeder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *