Oh mijn hemel, daar is er weer een uit grootmoeders doos. Maar het is wel waar. Niemand gaat je gelukkig maken als je niet een beetje blij wordt van jezelf. En dat, dames en heren, is een lange weg.
Je begint goed. Als ukkepuk voel je: ‘met mij is helemaal niets mis’. Maar je bent er nog maar net of de ellende begint. Je doet het anders dan anderen. Loopt misschien later, praat anders, leert anders, kleedt je anders, reageert anders. En daar komt allemaal commentaar op. Gefeliciteerd! Je bent op weg jezelf te verliezen.
Resetten
Dan word je puber, the dark side of life. Adolescentie, nog zo’n leuke. Maar dan ben je er ook bijna. Je staat op de grens van de volwassenheid. Keurig gedaan! Maar dan moet je terug. In mijn ogen ben je de rest van je leven bezig te resetten met waar je in je jeugd niet tegenop kon. Gelukkig, op dat punt van je leven krijg je een partner. Hij of zij maakt alles goed, of dan tenminste dragelijk. Partners zijn perfecte bliksemafleiders. Verliefd zijn is geweldig! Vleugels, vioolmuziek, passie, het kan niet op. Maar na de roes komt de realiteit.
Relatiecrisis
In mijn omgeving zie ik nogal wat stellen die steeds weer nieuwe bliksemafleiders zoeken. Elk weekend zit vol, er komt een huis, een verbouwing, een carrière, ander huis, andere verbouwing, ander project, kinderen… Er moet beweging blijven anders slaat de relatiecrisis toe. Wie niets om handen heeft gaat weer voelen. Hè gatsie. Hoe vaak zie je niet dat stellen uit elkaar gaan net wanneer het huis gekocht is, verbouwd is en ingericht. Dat komt niet omdat ze het niet eens werden over de tegeltjes of het nieuwe bankstel. Dat komt omdat ze te lang hun leven gebruikt hebben om maar niet te hoeven resetten. Onder het dunne laagje vinex en Ikea zit een zoekend mens. ‘Maar ik ging nu toch gelukkig worden? Daar heb ik dit alles toch voor? Daar heb ik ik jou, ons toch voor?’ Fout, daar heb jezelf voor.