Een van de leuke dingen van het hebben van een relatie is dat je de taken zo lekker kunt verdelen in mannen en vrouwen klussen. Niet dat ik enkel en alleen daarom een man in huis heb, maar handig is het wel. Naast dat ik bijzonder veel van hem houd en zo, is het gewoon erg fijn dat ik bepaalde zaken, zeg het vangen van spinnen, aan hem kan overlaten. En niet te vergeten, het ontstoppen van sanitaire putjes. Waar hij ook erg goed in is; de bovenste ramen zemen – damn die hoogtevrees – , zware boodschappen sjouwen, kabels doortrekken en aansluiten, pc-dingen installeren en oh, ook zo handig met een man in de buurt, dat hij even naar de verwarmingsketel kijkt wanneer er enge geluiden uitkomen.
Hoogtevrees
In huize Bo beperken de klussen zich wel tot de meest gangbare. Ter illustratie. We zijn nu bijna een jaar geleden verhuisd, maar de trappen zijn nog immer ongeschilderd, de plinten liggen keurig in bosjes gebundeld achter de bank, de sticker met barcode zit er nog op. En – maar dat is mijn fout, want vrouwenklus – bij één gordijn ontbreekt een gestikte zoom. Dat komt omdat het plafond 3.20 hoog is – damn die hoogtevrees – en ik nog niet heb gevraagd of lief mijn zelfgemaakte gordijnen nog één keer af- en op wil haken. Dat van die zoom valt trouwens ook helemaal niet op, want hij valt achter de bank. Zeg net naast het bosje plinten.
Vragen voor man in actie komt
Maar wat dus wel opvalt: dat je het meestal wel even moet vragen wil de man in actie komen. ‘Ik zie het gewoon niet’, zegt hij dan. En daar zou ik eigenlijk veel meer gebruik van moeten maken. Want waarom zou ik elke dag weer de vrouwenklus die ‘het huishouden’ heet oppakken wanneer ik kennelijk de enige ben die zich stoort aan alles wat er vóór of op de bank aan troep ligt? Dat is toch eigenlijk zonde van de tijd! En daarin heeft mijn lief dus groot gelijk. Hij gaat gezellig met de kids, hup tussen de uitgetrapte schoenen, vers gestrooide kruimels en in overvloed gemorste aanmaaklimo een spelletje zitten Wii-en. En dan kom ik thuis en dan kan ik het niet laten om te zeggen ‘Jeetje, hadden jullie dat nu niet éven op kunnen ruimen’. En dat zeg ik dan nog voordat ik mijn jas heb uitgetrokken en ik-ben-weer-thuis-kusjes heb uitgedeeld. Eigenlijk bijzonder naar. Een pretverprutser ben ik. Een ruim-nou-eens-je-troep-op-zeur. Eigenlijk moet ik dringend een nieuwe vrouwenklus bij mezelf introduceren. Loslaten genoemd.