Laat ik gelijk maar duidelijk zijn. Ik ben regelmatig een enorme voorstander van afstand. Nee, ik ben geen kouwe, ja ik knuffel en frutsel wat af, maar dit lukt alleen wanneer je niet de hele drukke dag bovenop mijn lip zit. Ja? Afstand graag voor je me verstikt. Dank u!
Doelgerichte actie
Stiekem twijfel ik of ik wel een échte vrouw ben. Of misschien kan ik beter niet meer geloven in de clichés over echte vrouwen. Zo draai ik in de liefde mijn hand niet voor om a-romantische acties. Een minuutje of drie wat voorspel -I hate the word- vind ik ruim voldoende. Een simpele aankondiging als ‘Zeg, voel jij wat ik voel?’ heb ik eigenlijk liever. Houd ik tenminste nog wat tijd over. Ga toch zeker niet uren in ogen zitten staren en woordjes slijmen als ik ook nog iets anders kan doen?
Erg
De aversie is erin geslopen om praktische reden. Ja, ja, ik hoor de psychologen al zuchten. Dat ik iets heb opgelopen. Iets ergs waarschijnlijk. Waardoor mijn zachte, vrouwelijke kant niet meer durft. Maar mijn eigen hypothese voldoet prima. Nooit kwam ik namelijk eens een man tegen die niet direct meer wilde wanneer ik gewoon een beetje plakte voor de knus, de schouder en wat warmte. Voor ook andere mensen dan psycholgen gaan steigeren: Dat lag niet aan mij als soort van compliment, dat lag aan het verwachtingspatroon van de man.
Randvoorwaarden
Gaf ik een man een zoen die langer duurde dan twee seconden dan gleden er ogenblikkelijk handen richting bilpartij en verandert er iets in de ademhaling. Zijn handen, mijn billen, zijn ademhaling. Dat vond ik een grote verantwoordelijkheid en een zwaar juk. En daarom werd ik van de afstand. Want het werd zo naar om steeds te moeten zeggen dat ik écht alleen maar even een hugh wilde. Dat kusjes soms ook een spontane uiting van vreugde of liefde zijn. Geen belofte met dichtgetimmderde randvoorwaarden. Maar ja, maak dat zo’n man maar eens duidelijk. Dan werkt afstand een stuk sneller.