Toegegeven, ik was ervaringsdeskundige. Ooit. Maar het is een beetje als met roken. Wie eenmaal gestopt is voert vaak om het hardst een anti-rookcampagne. En waarom ik het deed? Tja. Toen dacht ik omdat ik vreselijk verliefd was. Ik kwam na afloop wanhopig aanzetten met een ja-ik-hou-van-jou-maar-ook-van-hem verhaal. Dramaqueen, Oscar waardig! Nu denk ik: je hebt bij anderen gezocht wat je bij jezelf niet kon vinden. Nog lang niet kon vinden. Daarom had je meerdere anderen nodig.
Tekortkomingen accepteren
Of ik het nu gevonden heb weet ik niet. Ik denk het wel. Mijn lief is mijn lief én beste vriend, en vrienden belazer je niet. Punt. Maar er is meer. Ik raak ook steeds beter bevriend met mezelf. Hoe meer ik ervan overtuigd raak dat ik best oké ben, lees, hoe meer ik mijn tekortkomingen leer accepteren, hoe minder bevestiging ik van anderen nodig heb. Ik bedoel, die onbewuste bevestiging die maakte dat ik in zee, lees bed, ging met iedereen die maar een beetje geïnteresseerd deed, is weg sinds ik blij ben met mij. Het was pure onzekerheid. Geen liefde. Laat staan zelfliefde. Nu waren er nooit zo erg veel geïnteresseerden, dus het aantal streepjes boven mijn bed valt reuze mee. Ik zeg het maar even. Voor het geval mijn moeder langs surft.
Vreemdgaan evolutionair bepaald?
Een zo’n geïnteresseerde hield er een leuke theorie op na. Vreemdgaan was bij de man nu eenmaal evolutionair bepaald. Hij kon er dus eigenlijk niets aan doen. Zei hij tegen zijn vriendin. En ik was verliefd, dus ik kon er ook al niets aan doen. Zei ik tegen mijn vriend. Laatst kwam ik die minnaar weer tegen. Er hing voelbaar nog wat spanning. Maar heh… Ik ben al jaren geleden gestopt en zit overtuigd in de anti-campagne. Hij sinds een tijdje ook. Hij had de ware gevonden, zei hij, net als ik zich totaal niets aantrekkend van een oude theorie. Dat deed me goed. Want ik begreep wie die ware was. En daar kwam geen vrouw bij kijken.