Alle berichten van Ellen Boekelaar

Volgens haar: humor

Ze zit in de trein tegenover me en haar humeur werkt op mijn zenuwen. En ik moet nog tot Utrecht. Zij ook, want er zit geen halte meer tussen. Mijn dag is nu al verpest.

Het zit aan de telefoon en lacht. Hard, breeduit en zo te horen om alles, dus in mijn ogen om niets. Maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. Wat ik hoor is maar een kant van het gesprek. Maar om alles moeten lachen, dat kan niet. Dat is geen humor, dat is onzekerheid. Of dan tenminste een overdreven vorm van zin in het leven die ik niet snap.

Middelvinger
Als ik ergens een hekel aan heb is het aan mensen die overal en altijd moeten lachen. De vorm van agressiviteit die automobilisten soms niet van zichzelf herkennen zodra ze in hun gemotoriseerde cocon zitten en medeweggebruikers tegenkomen, heb ik met mensen die overal om lachen. Dan begint mijn middelvinger spontaan te jeuken en mijn vuisten willen maaien. Weg die lach op dat smoel! Ja, ja, dat is natuurlijk een spiegel tegen mijn chagrijnige ziel. Een tekortkoming waar ik nodig iets aan moet doen. Maar wat heb je niet goed begrepen wanneer je overal om moet lachen? Het journaal niet gezien? De krant niet gelezen? Albert Verlinde niet achter de Boulevarddesk zien staan? En Hans Kraay junior is ook nog steeds op de buis hoor. Ik bedoel. Wat valt er te lachen?

Dijenkletser
Of misschien juist wel te veel. Humor is een overlevingsstrategie. Hoe erger de ramp, hoe meer behoefte aan een gepaste, doch schokkende grap. Getuige 11 september. Alsof we zeggen: het kan altijd nog erger. En zo is het. Het kan altijd nog erger. Je dat te realiseren maakt de humor. Dan is een goede mop opeens nooit weg. Vertel je zo’n mop vervolgens tegen een vrouw, dan betrekt ze het weer op zichzelf. Gaat ze zeuren over vrouwonvriendelijkheid of dat ze het niet snapt. Krijg je dat weer. Nee, ‘de mop’ is het terrein van de man. Stompzinnig gegniffel het terrein van de vrouw. Een vrouw met een lekkere dijenkletser, dat is ook eigenlijk niet te doen. Met uitzondering van de seksistische grap. Die doet het wel weer lekker onder ons vrouwvolk. Dat heeft niets te maken met zelfspot maar alles met angst voor controleverlies. Want zoals gezegd, het kan altijd nog erger, dus zetten we liever zelf in. Toch zijn we wel om te lachen.

Figuurcorrectie

‘Ik heb ook nog wel een figuurcorrigerend onderjurkje.’ Ik keek de verkoopster aan en voelde mijn mond openzakken. Was die taart nu helemaal gek geworden? Een figuurcorrigerend onderjurkje? Dat is iets voor andere vrouwen, ik ben toch zeker mijn moeder niet!

Een paar jaar geleden stond ik in dezelfde bad- en ondermodezaak. Op mijn vraag van toen of ze ook een bikinibroekje had dat de boel een beetje plat duwde aan de voorzijde had ze gelachen. Ze nam de, in haar ogen afwezige, welving van mijn buikje in zich op en vroeg of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd was. Die vraag stelde ik nu in gedachten aan haar. Niet hardop want ik was te verbouwereerd. Ergens had de tijd iets gedaan met mijn zelfbeeld. En niet alleen daarmee, als ik de verkoopster moest geloven.

Juiste kleding
Kleding moet laten zien wat mooi is en de minder geslaagde delen bedekken. En hoera, wanneer er wel erg veel te bedekken valt, is er altijd nog gewoon de juiste kleding. Zo krijgt het oog precies het juiste te zien. Maar het innerlijk oog kijkt anders. Om die reden begrijp ik mannen en vrouwen niet met te veel opsmuk. Zelf wéét je wat eronder of achter zit. Nou ja, wat er achter zit, is voer voor psychologen, maar wat eronder zit, dat weet je zelf het best. Zo vraag ik me wel eens af hoe dat nu werkt bij, zeg, Patricia Paay of duifje Helwegen. Schatjes zijn het en zonder hun verzorgde uiterlijk over één kam te scheren: Hoe ligt dat nu ’s avonds afgeschminkt in bed? Mijn credo: hoe meer plamuur hoe dieper het gat. Maar dat is dus voer voor psychologen.

Zomerjurkje

Zelf kon ik ook wel wat hulp gebruiken daar bij die lingeriejuf. Het is dat mijn woonplaats klein is, de concurrentie gering en zelfs de plaatselijke Hema geen normale onderjurk meer verkoopt. ‘Al wat ik wil, is een niemendalletje tegen het doorschijnen van een zomerjurkje’, dacht ik, terwijl de beroemde foto van wijlen lady Di uit mijn geheugen opgevist werd. ‘Nee, dank u, het lijkt me zo opgesloten zitten al dat Elasthan, en bovendien is het een wijd jurkje.’ Nee, dan zou de verkoopster het ook niet doen. Wijd moest ook wel genoeg zijn, dan had een figuurcorrigerend model geen zin. Toen ik naar buiten stapte met mijn modelletje eenvoud – en dan heb ik het over de onderjurk- leek het opeens toch een beetje minder zomer.

Kleren maken de man

Een man moet lekker ruiken. Met een geur die bij hem past. Dat is een brede stelling, maar laat ik het zo zeggen, een stoere biker die langs mij heen raast op weg naar nog meer spieren en zweet, moet niet naar het mannenschap van een parfumeriezaak ruiken. Maar de man in pak die me zo vriendelijk voor laat gaan bij het verlaten van de lift doet het niet lekker met een verse zweetlucht.

Korte mouwen
De juiste outfit, op de juiste plaats. Daar komt het op neer. Dan maakt het mij verder niet zo veel meer uit. Dat hij weet wat wanneer gepast is, onderstreept het karakter meer dan welke outfit ook. Het beste dat een man kan dragen in gezelschap van een vrouw zijn trouwens goede manieren. Daar kan ik kort over zijn. Al is hij mister trendwatcher himself, wanneer er bagger uit zijn mond komt, haakt elke vrouw af. Maar goed, het oog wil ook wat, en mijn oog wil een stoere man. Het liefst in T-shirt en goede jeans. Stevig gespierde onderarmen zijn mijn achilleshiel. Mannen mogen uitkijken naar rokjesdag, ik kijk uit naar kortemouwendag.

Goede jeans
Om die reden hebben mannen in pak bij mij een lichte achterstand. Mannen in pak stralen wel iets anders begeerlijks uit. Status. Dat heeft zo zijn charme, maar er blijft een bepaalde gereserveerdheid. Daar was het pak nu ook juist voor bedoeld. Nee, dan liever de man in goede jeans en shirt. De bovenste twee knoopjes open, ik wil me er graag meteen van kunnen verzekeren dat hij geen borsthaar heeft. Boter bij de vis. Stel, het zit er wel, maar de man in kwestie heeft goed gevormde onderarmen, ruikt lekker en gedraagt zich – wie kent het woord nog – charmant, dan doe ik verder niet moeilijk. Hoezo kleren maken de man?

Volgens haar: Midlifecrisis

Zo langzamerhand word ik rustig. Een zwaktebod. ‘If you can’t beat them, join them.’ Maar ik wil nog helemaal niet aantreden bij het legioen der 40+ vrouwen. Toch gebeurt het.

Orgastisch
Laatst maakte ik voor mezelf een lijstje met zaken waar ik vroeger, zeg drie jaar terug, een punt van zou hebben gemaakt. Een lijst der verdwenen punten. De lijst was jammerlijk lang. Dat vond ik een slechte zaak. Ik heb mijn spirit laten verdampen tijdens tarrotsessies, kijk-naar-je-energie-meetings en alles-wat-je-aan-de-ander-stoort-zegt-iets-over-jezelf-cursussen. Gelukkig leeft de passie meer dan ooit. Seksdips, daar doet de rijpere vrouw – de producent van mijn potje nachtcrème vindt dat ik dat ben – niet aan. Waar mannen rond hun twintigste pieken, kom ik, volgens de onderzoekers, op orgastisch gebied pas net kijken. Gelukkig, ik ben nog niet helemaal opgebrand.

Lotushouding
Maar verder… Berusting alom.  Het voelt als een witte handdoek in de ring. Een kleffe. Want wat zegt het wanneer het me niet meer kan schelen of de was nu in óf naast de mand ligt? Dat ik het, zonder met mijn ogen te knipperen, oké ben gaan vinden dat mijn lief geinteresseerd babes bekijkt terwijl ik verschrompel? Dat ik minder vaak achterom kijk omdat verloren kansen me daar zo aanstaren? Het zegt dat ik geen zin meer heb me druk te maken over zaken die toch niet te winnen zijn. Het is het ontbreken van fut. Geen staat van verlichting of een betere staat van bewustzijn. Het sussende effect van diep ademhalen en focussen houdt me koest. En ja, daar voel ik me beter bij, maar nog niet helemaal. Ik mis de donder en het vuur. Al hebben passie en drive me bakken blauwe plekken en zinloze energie gekost, ik stònd ergens voor. Tegenwoordig zit ik. In lotushouding.

Jonge minnaar
Ze was er wel vroeg bij, mijn midlifecrisis. Waanzinnige onrust vanaf mijn tweeëndertigste. Opeens stond ik ver na middernacht op om een paar uur te gaan swingen in een of andere club. Ik nam een veel te jonge minnaar en deed dingen waarvan ik nu hoop dat mijn dochter het nooit zal gaan doen. Yeah, right! Met haar toenemende interesse in het wilde leven, verdwijnt het mijne. Tegenwoordig maak ik onder vriendinnen rond elf uur een rondje in de kroeg met de vraag: ‘Hoe laat begint het slapen?’ Als ik de kroeg al haal. De lol gaat er toch wel af wanneer gevraagd wordt wat ‘mevrouw’ wil drinken. De laatste maal mocht ik zelfs voor met mijn bestelling aan de drukke bar. Alsof ik een hulpbehoevende was voor wie je opstaat in de bus. Nog een paar jaar en ik lig zaterdagnacht wakker. Gespitst op het geluid van de voordeur of dochterlief wel een beetje op tijd thuis komt. Mama wil haar graag nog even zien voordat ze zelf om 9 uur op de trein stapt op weg naar een seniorenbeurs.

Oude liefde

En zo lees ik in het NRC van 9 juni dat de gemiddelde heteroseksuele vrouw alleen een jongere man wil wanneer ze zelf minimaal 75 jaar is. Al hebben we het hier over gemiddelden, het is weinig hoopgevend. Toch geloof ik direct dat het klopt. Ik heb het genoegen van ‘de jongere man’ geproefd in mijn roerige jaren, toen ik als dolende dertiger kampte met stuiptrekkingen van ongeduldige hormonen. Ik liep erop stuk. Ik hield de conditie van mijn 10-jaar jongere lover prima bij, maar waar moesten we het over hebben na de vrijpartij? Technisch Lego? Zelfs mijn tienerdochters hebben het al door. Mannelijke – nou ja, mannelijke – klasgenootjes doen kinderachtig. De boys van minimaal 3 klassen hoger zijn daarentegen razend interessant.

Niet mooier
De onderzoeker komt met zijn conclusie na het uitpluizen van contactadvertenties. Mannen zoeken een jongere vrouw, vrouwen een oudere man. Als ik een man was zou ik hetzelfde doen. Je kunt het altijd proberen. Ja sorry hoor alle Patrica Paays van Nederland, we worden er niet mooier op met de jaren. Wel interessanter en leuker, maar ja, it takes a man to see that. En daar kun je tot je 75e op gaan zitten wachten.

Bejaardenhuis
Alle heteromannen willen een leuke, interessante vrouw. Dat zij daar vaak de binnenkant mee bedoelt en hij de buitenkant is een jammerlijk verschil van uitgangspunt. Zij is interessant totdat er een verser exemplaar zijn leven komt binnen huppeldepuppelen. Met deze uitspraak plaats ik mezelf direct in de hoek ‘zwaar verzuurd’, maar ook dat is slechts een point of view. Vrouwen willen gelijkwaardigheid en – he jesses – iemand om mee te praten. Helaas doe je hem daar, buiten de theoretische en politiek correcte weg, niet écht een plezier mee. Toch jammer dat we er tot het bejaardenhuis over doen een brug te slaan.