Alle berichten van Ellen Boekelaar

Figuurcorrectie

‘Ik heb ook nog wel een figuurcorrigerend onderjurkje.’ Ik keek de verkoopster aan en voelde mijn mond openzakken. Was die taart nu helemaal gek geworden? Een figuurcorrigerend onderjurkje? Dat is iets voor andere vrouwen, ik ben toch zeker mijn moeder niet!

Een paar jaar geleden stond ik in dezelfde bad- en ondermodezaak. Op mijn vraag van toen of ze ook een bikinibroekje had dat de boel een beetje plat duwde aan de voorzijde had ze gelachen. Ze nam de, in haar ogen afwezige, welving van mijn buikje in zich op en vroeg of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd was. Die vraag stelde ik nu in gedachten aan haar. Niet hardop want ik was te verbouwereerd. Ergens had de tijd iets gedaan met mijn zelfbeeld. En niet alleen daarmee, als ik de verkoopster moest geloven.

Juiste kleding
Kleding moet laten zien wat mooi is en de minder geslaagde delen bedekken. En hoera, wanneer er wel erg veel te bedekken valt, is er altijd nog gewoon de juiste kleding. Zo krijgt het oog precies het juiste te zien. Maar het innerlijk oog kijkt anders. Om die reden begrijp ik mannen en vrouwen niet met te veel opsmuk. Zelf wéét je wat eronder of achter zit. Nou ja, wat er achter zit, is voer voor psychologen, maar wat eronder zit, dat weet je zelf het best. Zo vraag ik me wel eens af hoe dat nu werkt bij, zeg, Patricia Paay of duifje Helwegen. Schatjes zijn het en zonder hun verzorgde uiterlijk over één kam te scheren: Hoe ligt dat nu ’s avonds afgeschminkt in bed? Mijn credo: hoe meer plamuur hoe dieper het gat. Maar dat is dus voer voor psychologen.

Zomerjurkje

Zelf kon ik ook wel wat hulp gebruiken daar bij die lingeriejuf. Het is dat mijn woonplaats klein is, de concurrentie gering en zelfs de plaatselijke Hema geen normale onderjurk meer verkoopt. ‘Al wat ik wil, is een niemendalletje tegen het doorschijnen van een zomerjurkje’, dacht ik, terwijl de beroemde foto van wijlen lady Di uit mijn geheugen opgevist werd. ‘Nee, dank u, het lijkt me zo opgesloten zitten al dat Elasthan, en bovendien is het een wijd jurkje.’ Nee, dan zou de verkoopster het ook niet doen. Wijd moest ook wel genoeg zijn, dan had een figuurcorrigerend model geen zin. Toen ik naar buiten stapte met mijn modelletje eenvoud – en dan heb ik het over de onderjurk- leek het opeens toch een beetje minder zomer.

Kleren maken de man

Een man moet lekker ruiken. Met een geur die bij hem past. Dat is een brede stelling, maar laat ik het zo zeggen, een stoere biker die langs mij heen raast op weg naar nog meer spieren en zweet, moet niet naar het mannenschap van een parfumeriezaak ruiken. Maar de man in pak die me zo vriendelijk voor laat gaan bij het verlaten van de lift doet het niet lekker met een verse zweetlucht.

Korte mouwen
De juiste outfit, op de juiste plaats. Daar komt het op neer. Dan maakt het mij verder niet zo veel meer uit. Dat hij weet wat wanneer gepast is, onderstreept het karakter meer dan welke outfit ook. Het beste dat een man kan dragen in gezelschap van een vrouw zijn trouwens goede manieren. Daar kan ik kort over zijn. Al is hij mister trendwatcher himself, wanneer er bagger uit zijn mond komt, haakt elke vrouw af. Maar goed, het oog wil ook wat, en mijn oog wil een stoere man. Het liefst in T-shirt en goede jeans. Stevig gespierde onderarmen zijn mijn achilleshiel. Mannen mogen uitkijken naar rokjesdag, ik kijk uit naar kortemouwendag.

Goede jeans
Om die reden hebben mannen in pak bij mij een lichte achterstand. Mannen in pak stralen wel iets anders begeerlijks uit. Status. Dat heeft zo zijn charme, maar er blijft een bepaalde gereserveerdheid. Daar was het pak nu ook juist voor bedoeld. Nee, dan liever de man in goede jeans en shirt. De bovenste twee knoopjes open, ik wil me er graag meteen van kunnen verzekeren dat hij geen borsthaar heeft. Boter bij de vis. Stel, het zit er wel, maar de man in kwestie heeft goed gevormde onderarmen, ruikt lekker en gedraagt zich – wie kent het woord nog – charmant, dan doe ik verder niet moeilijk. Hoezo kleren maken de man?

Volgens haar: Midlifecrisis

Zo langzamerhand word ik rustig. Een zwaktebod. ‘If you can’t beat them, join them.’ Maar ik wil nog helemaal niet aantreden bij het legioen der 40+ vrouwen. Toch gebeurt het.

Orgastisch
Laatst maakte ik voor mezelf een lijstje met zaken waar ik vroeger, zeg drie jaar terug, een punt van zou hebben gemaakt. Een lijst der verdwenen punten. De lijst was jammerlijk lang. Dat vond ik een slechte zaak. Ik heb mijn spirit laten verdampen tijdens tarrotsessies, kijk-naar-je-energie-meetings en alles-wat-je-aan-de-ander-stoort-zegt-iets-over-jezelf-cursussen. Gelukkig leeft de passie meer dan ooit. Seksdips, daar doet de rijpere vrouw – de producent van mijn potje nachtcrème vindt dat ik dat ben – niet aan. Waar mannen rond hun twintigste pieken, kom ik, volgens de onderzoekers, op orgastisch gebied pas net kijken. Gelukkig, ik ben nog niet helemaal opgebrand.

Lotushouding
Maar verder… Berusting alom.  Het voelt als een witte handdoek in de ring. Een kleffe. Want wat zegt het wanneer het me niet meer kan schelen of de was nu in óf naast de mand ligt? Dat ik het, zonder met mijn ogen te knipperen, oké ben gaan vinden dat mijn lief geinteresseerd babes bekijkt terwijl ik verschrompel? Dat ik minder vaak achterom kijk omdat verloren kansen me daar zo aanstaren? Het zegt dat ik geen zin meer heb me druk te maken over zaken die toch niet te winnen zijn. Het is het ontbreken van fut. Geen staat van verlichting of een betere staat van bewustzijn. Het sussende effect van diep ademhalen en focussen houdt me koest. En ja, daar voel ik me beter bij, maar nog niet helemaal. Ik mis de donder en het vuur. Al hebben passie en drive me bakken blauwe plekken en zinloze energie gekost, ik stònd ergens voor. Tegenwoordig zit ik. In lotushouding.

Jonge minnaar
Ze was er wel vroeg bij, mijn midlifecrisis. Waanzinnige onrust vanaf mijn tweeëndertigste. Opeens stond ik ver na middernacht op om een paar uur te gaan swingen in een of andere club. Ik nam een veel te jonge minnaar en deed dingen waarvan ik nu hoop dat mijn dochter het nooit zal gaan doen. Yeah, right! Met haar toenemende interesse in het wilde leven, verdwijnt het mijne. Tegenwoordig maak ik onder vriendinnen rond elf uur een rondje in de kroeg met de vraag: ‘Hoe laat begint het slapen?’ Als ik de kroeg al haal. De lol gaat er toch wel af wanneer gevraagd wordt wat ‘mevrouw’ wil drinken. De laatste maal mocht ik zelfs voor met mijn bestelling aan de drukke bar. Alsof ik een hulpbehoevende was voor wie je opstaat in de bus. Nog een paar jaar en ik lig zaterdagnacht wakker. Gespitst op het geluid van de voordeur of dochterlief wel een beetje op tijd thuis komt. Mama wil haar graag nog even zien voordat ze zelf om 9 uur op de trein stapt op weg naar een seniorenbeurs.

Oude liefde

En zo lees ik in het NRC van 9 juni dat de gemiddelde heteroseksuele vrouw alleen een jongere man wil wanneer ze zelf minimaal 75 jaar is. Al hebben we het hier over gemiddelden, het is weinig hoopgevend. Toch geloof ik direct dat het klopt. Ik heb het genoegen van ‘de jongere man’ geproefd in mijn roerige jaren, toen ik als dolende dertiger kampte met stuiptrekkingen van ongeduldige hormonen. Ik liep erop stuk. Ik hield de conditie van mijn 10-jaar jongere lover prima bij, maar waar moesten we het over hebben na de vrijpartij? Technisch Lego? Zelfs mijn tienerdochters hebben het al door. Mannelijke – nou ja, mannelijke – klasgenootjes doen kinderachtig. De boys van minimaal 3 klassen hoger zijn daarentegen razend interessant.

Niet mooier
De onderzoeker komt met zijn conclusie na het uitpluizen van contactadvertenties. Mannen zoeken een jongere vrouw, vrouwen een oudere man. Als ik een man was zou ik hetzelfde doen. Je kunt het altijd proberen. Ja sorry hoor alle Patrica Paays van Nederland, we worden er niet mooier op met de jaren. Wel interessanter en leuker, maar ja, it takes a man to see that. En daar kun je tot je 75e op gaan zitten wachten.

Bejaardenhuis
Alle heteromannen willen een leuke, interessante vrouw. Dat zij daar vaak de binnenkant mee bedoelt en hij de buitenkant is een jammerlijk verschil van uitgangspunt. Zij is interessant totdat er een verser exemplaar zijn leven komt binnen huppeldepuppelen. Met deze uitspraak plaats ik mezelf direct in de hoek ‘zwaar verzuurd’, maar ook dat is slechts een point of view. Vrouwen willen gelijkwaardigheid en – he jesses – iemand om mee te praten. Helaas doe je hem daar, buiten de theoretische en politiek correcte weg, niet écht een plezier mee. Toch jammer dat we er tot het bejaardenhuis over doen een brug te slaan. 

Rolpatroon

Het
rolpatroon wordt vaak gezien als de keten om vrouwenenkels die nodig
doorbroken moet worden. Iets met spandoeken en demonstraties, slimme
meiden die exact kiezen, hoofddoeken die op of af moeten,
vrouwenvrijheid die bevochten moet worden. In die context wekt het
woord een bijsmaak op gelijk de geur van een aardappel die op een natte
plek heeft liggen rotten. Erger bestaat niet. Gelukkig
leert één blik op Wikipedia mij dat het rolpatroon niets anders is dan
de manier waarop mensen onderling functioneren. Dat laatste woord maakt
alles goed en laat de vieze smaak verdwijnen. Functioneren. Er werkt
dus íets.

Vrije wil
Denk
nu niet dat ik ondankbaar ben voor de vrijheden die onze voorouders
bevochten hebben. Wat mij blij maakt is dat de context verder strekt.
Een rolpatroon dat mensen onderling laat functioneren gaat ook over de
slager en mij, het kind en de juf, de arts en de patiënt, mijn liefste
en ik, ja, zelfs jij en ik. En dat maakt vrolijk, al die banden. Door
de grote diversiteit aan rollen leer ik welke rollen mij het beste
staan. Nu moet me ook weer niet de arrogantie bekruipen te denken dat
ik mijn rollen zelf bestuur. De vrije wil is een utopie.

Bonuskaart
Ons
denken en handelen wordt bepaald door wat ons het meest prettig laat
voelen. Veel meer is er niet. Daarnaast willen we zoveel mogelijk
aansluiting binnen de groep want dat is beter voor de genen. Om ze te
kunnen doorgeven, het leukste deel, en om ze vervolgens de beste
overlevingskansen te kunnen bieden. Het zware deel. Welke rol je
aanneemt hangt nauw samen met de groep waar je bij behoort en wat daar
gebeurt. Ik hoor bij de groep van Nederlandse vrouwelijke veertigers.
Via de bonuskaart van de supermarkt en netwerksites is simpel te
achterhalen wat ik doe, hoe vaak ik seks heb, of ik wel eens een boek
lees of naar theater ga en of ik een huisdier heb. Bestedingspatroon,
actie-reactie, hormonen, neurotransmitters, onbewuste
hersenactiviteiten, overlevingsdrang en de behoefte tot zichtbaar zijn.
Bij het rolpatroon komt veel kijken, behalve vrije wil.