Man Relatie: To kill a winkelmeisje

Kleding kopen is hel. Winkelen betekent voor mij: snel dingen
uitzoeken, passen, kopen, en terug naar de gewone wereld. Naar de
wereld zonder winkeljuf. Of hoe noem je zo’n mokkel dat haar heupjes
met verveelde kroegroutine laat meewiegen op die veel te harde
boink-boinkmuziek.

Winkelmeisje
Zo’n kind waarbij een volwassen man zich wel
drie keer bedenkt voordat hij dat ongeïnteresseerde hoofd om een mening
vraagt, omdat hij weet dat ze met haar hippe
blote-bijna-kun-je-mijn-geslachtsdelen-zien-broek schijt op mannen als
hij. Kledingwinkelmeisjes kijken liever naar zichzelf dan naar hun
klanten. Wat zeg ik? Elke keer als ze zichzelf in een manshoge spiegel
hun meterslange extensions met een zwiep achterover zien gooien, komen
ze gierend klaar.

Magertjes
Ik begrijp die meisjes ergens ook wel. Kijken
naar manvolk in een kledingwinkel is net zo opwindend als een natte kus
van een loopse teckel. Duffe mannen die met een vers-en-iets-te-hip
kledingstuk aan hun lijf op hun zweetsokken uit een kledinghok komen
geschoven, hebben de grandeur van een paprika. Een groene. Ook ik. Al
kan ik u rustig en eerlijk vertellen dat ik er doorgaans goddelijk uit
zie. Is een feit. Geen mening. Toch vind ik het moeilijk om met een
nieuw en nog nooit door mijn partner bewonderd kledingstuk uit een
kleedcabine te stappen. Het werpt me zelfs jaren terug in mijn
Landmark-je-bent-precies-zo-geweldig-als-je-durft-te-zijn kruistocht
door vind-jezelf-land. Als ik kleding pas, ben ik weer die jongen die
met zijn moeder naar de spijkerbroekenwinkel in het dorp ging en
vanachter het gordijntje dingen hoorde als: ‘Ja. Hij blijft ook zo
mager.’

Verbleekte tribals
Ik ben blij dat ik het nog steeds goed
doe in een garderobe uit 2006. Met nog maar één spijkerbroek zonder
scheuren. En een noodgedwongen stijltransformatie van semi-kak tot
shabby rafelig en studentikoos. Want ik wil niet naar de winkels. Nog
steeds wacht buiten het pashok mijn denkbeeldig vuurpeloton. Een
rücksichtslos roedel van blondines met verbleekte tribals boven de
billen. Ze kauwen kauwgum en kirren ‘echt helemaal jouw maat’ naar
iedereen die het horen wil. En ze knikken bewonderend naar mij in mijn
nieuwe outfit.
Maar ondertussen. Ondertussen zit in mijn hoofd. Dat weet ik ook
wel. Ik ben onzeker, dus zeg ik dat zij me lelijk vindt. Kan ik me fijn
aan haar ergeren. En aan mezelf. Omdat ik me iets aantrek van het
oordeel van een zestienjarige. Zo veel dat ik in een ferme zwaai al dat
nieuws weer teruggeef. Zo spaar ik eigenlijk ontzettend veel geld uit.
Geld om leuke dingen mee te doen.
Een assertiviteitstraining, denk ik.

Ralph Ploeger over Ralph
‘Ik
ben van negen maanden na de finale. Als Cruyff een paar keer had
gescoord, was ik er misschien niet eens geweest. Ik ben forens en
stukjesschrijver. Ik ben vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Ik
ben van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen.
En soms, als buiten de zon schijnt en mijn krullen mooi doet glanzen,
dan lijkt het net of ik een zorgeloze beachboy ben. En dat geeft
niks…’
Je vindt Ralph ook op Hyves en op www.ralphp.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *