Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Zij wil hem altijd verbeteren en hij geeft haar te weinig aandacht. Is dat nu allemaal wel zo? In het wekelijkse blog man versus vrouw reageren hij en zij op een stelling. Vandaag: In een goede relatie ben je elkaars coach.
VOLGENS HAAR
Na zes jaar vaste verkering weet ik aardig hoe hij reageert. Typisch vrouwelijk omdat te denken. Maar in ons geval klopt het. Uiteraard, ik houd de misvatting graag in stand. Het verschil tussen deze liefde en al zijn voorgangers is dat zelfs de mindere zaken een aangename uitdaging zijn. Daarin is deze relatie voor mij uniek. Er is nooit paniek. Ruzie’s zijn een fijne ontlading en prima leermoment, ergernissen een eyeopener en gekibbel een reden om achteraf te kunnen lachen. Waarmee ik maar wil zeggen: We lijken al aardig op een teambuildend managersteam met training op de hei.
Kabbelend beekje
‘Jij hebt nooit iets te zeuren over je vent’, zei vriendin X, ‘dat vind ik zo lekker!’ Als vrijgezel is ze regelmatig klankbord voor uithuilende of mopperende vriendinnen met een relatie. Nee, dat geeft hoop! Die hoeft gelijk geen vent meer. Wij mogen dan de relatie hebben, zij heeft de roze bril. Want lief en ik zijn nu niet bepaald een kabbelend beekje. Wat overigens precies conform onze voornaamste doelstelling is. ‘Wij worden nooit een kabbelend beekje.’ Het staat als een trouwgelofte en we houden ons eraan. Niet dat we er dagelijks aan denken. Het gaat gewoon zo. Het knettert en knalt en toch is het relaxt. Het heeft iets te maken met oprecht willen begrijpen wat belangrijk is voor de ander.
Koerswijziging
Na vele relatiebreuken heb ik me gerealiseerd dat de romantische liefde niet bestaat. Je houdt van de ander zolang hij of zij doet wat je wilt of nodig hebt. Wijzigt een van de twee van koers dan gaat het rap bergafwaarts met de liefde en belangstelling. Met deze partner wil ik graag op koers blijven. Dat gaat meestal redelijk vanzelf en soms kost het wat inspanning. Dan regelen we een ‘ga-eens-even-zitten-schat’ gesprek. Tja, met een beetje gevoel voor moderne communicatietechniek zou je dat coaching kunnen noemen.
VOLGENS HEM
Coaching binnen een relatie is flauwekul. Zo, ik heb het maar gezegd. Vrouwengezeur en een zwakke poging om slecht of niet werkende relaties een fictieve diepgang te geven. Indien relaties werken, ‘coach’ je elkaar vanzelf al. Gewoon door er voor elkaar te zijn en elkaar te stimuleren in zijn of haar plannen en toekomstvisie. Op het moment dat ik als een soort Sigmund Freud mijn partner op de bank moet kwakken om er iets uit te trekken of in te stoppen krijgt het een te onecht en gemaakt karakter.
Zinkend schip
Wanneer mijn partner zou uitspreken dat er gecoached moet worden beschouw ik ons schip zo goed als gezonken. Laten we in relaties aub niet aan de gang gaan met wederzijdse coachsessies, kooltjeslopen en bullshitbingo. Ik ga voor haar al door het vuur met bijbehorende interesse in haar doen en laten. Wanneer we daarover spreken, ja, zelfs diep spreken, wil ik daar geen predikaat van ‘coach’ aan plakken. Dan hadden we een leuke avond waarbij we elkaar diep in de ogen en diep in de ziel keken. Met hoogstwaarschijnlijk goede seks na. Dat zie ik een coach nog niet doen. Alhoewel daar ook weer verhalen over bekend zijn.
Geen maatje
Resumé: Wanneer we het gaan hebben over coaching binnen een relatie krijg ik het benauwd. Het voelt als het type taak dat ik niet wil hebben. Opgelegd, als ware ik de vader van twee tennissende dochters. Als de man van een schaatster. Schat, als je dit leest: wanneer ik onze relatie op weg help of jou op weg help, en dan bedoel ik niet de deur uit, maar dichter bij de oplossing van een probleem of het behalen van een doel, als je ooit die momenten met mij beleeft noem me dan ‘vriend’ ‘je grote liefde’ of desnoods ‘maatje’. Alhoewel, doe die laatste maar niet. Maar noem me zeker niet ‘jouw coach’!