Mijn dochter van vier had een droge hoest. Alarmbellen gingen af, want ik vroeg me af wat ik moest doen. Qua moederlijke zorgzaamheid in het kader van ‘niet op blote voeten buiten lopen’ en ‘geen limonade bij het ontbijt’ blink ik niet al te hevig uit.
Mexicaanse griep
Ook nu zag ik weinig aanleiding voor al te grootse paniek. Ook al scoorde ze 8 uit 10 op de Mexicaanse grieplijst, ze liep nog en had dorst. Ze zei me uit zichzelf als ze even op bed wilde liggen, en als ze weer wakker was wilde ze spelen. Dus: wat te doen? Mijn eigen verleden als zieke gaf weinig aanleiding om meteen de dokter te bellen. Als ik ziek ben, lig ik als een uitgewassen permanentje over de bank, kreun ik bij elke beweging en beklaag ik me dat het een aard heeft, maar kan ik feitelijk nog prima functioneren zonder dat er organen operatief worden rechtgezet. Ja, mensen, ik voldoe aan het beeld. Het beeld van de zielige zieke man. Want oh oh oh, wat kunnen mannen toch klagen, hè, dames?
Zuchten en hoesten
Maar mag ik ook wat over u, vrouwmenschen, kwijt? Ja? Oh, okee, dank u vriendelijk. Nou, komt-ie:”Jullie kunnen er ook wat van!” Zo. Dat jullie het even weten. Voor de duidelijkheid presenteer ik u een vrouw die ziek is. Daar ligt ze dan. Kreunend en rillend onder haar dekbed. Met een bibberig stemmetje zegt ze tegen haar man dat het écht niet gaat. Op de vraag van hem of hij wat kan betekenen, klinkt het lijdzaam doch dramatisch: nee hoor, ga jij maar, ik moet het toch zelf zien te redden vandaag. Zuchtkuchpruttelproest. Waarna de man weg gaat, wat natuurlijk totáál niet meelevend is. En dat moet hij ’s avonds als hij weer thuis komt dubbel en dwars goed maken. Want het was een zwaaaaaare dag.
Net een man
Dat hij dus echt niet denkt dat het meeviel en nee, ze hoeft niets te eten, of wacht, misschien toch wel, of nee, toch niet, misschien wat water op zijn minst en wie weet blijft wat brood wel binnen, of, nee, laat maar, en het licht doet zo’n pijn aan mijn ooooogen. Net een man. Alleen, wij mannen worden er toe gedwongen. Komt doordat jullie vrouwen zo eindeloos zorgzaam zijn. Dat jullie ons elke drie minuten vragen hoe het gaat. En dan zeggen we dat ’t nog steeds hetzelfde is met de koorts en de griepspiertjes, maar weten we al lang dat jullie als jullie buiten gehoorafstand zijn gierend van de lach jullie vriendinnen bellen: “Oh oh oh, wat doet meneertje weer zielig.”
Vraag het me dan niet! Andersom vraag ik het jou toch ook niet? Dat is niet bot, dat is verstandig! En het werkt! Nou ja. Bij mijn dochter wel. Maar die heeft ook maar de Mexicaanse griep.