Volgens haar: Zit niet zo op mijn lip!

Laat ik gelijk duidelijk zijn. Ik ben regelmatig een groot voorstander van fysieke afstand. Ook met de mensen die ik liefheb. Nee, ik ben geen kouwe. Maar ik kom graag zelf naar de mensen toe. Dat lukt niet wanneer je de hele dag al bovenop mijn lip zit. Afstand graag voor je me verstikt. Dank u!

Doelgerichte actie
In mij zit altijd een vorm van haast. Ook in de romantiek en liefde. Op zijn tijd een simpele maar doelgerichte aankondiging als ‘Zeg, voel jij wat ik voel, wat dacht je ervan?’ heb ik eigenlijk het liefst. Ga toch zeker niet uren in ogen zitten staren, om de hete brij heen draaien en woordjes slijmen als het ook een stuk effectiever kan? Houd ik tenminste nog wat tijd over.

Verwachtingspatroon
De afstand is erin geslopen om een praktische reden. Wat voor mij ontspanning is, zeg relaxen bij de open haard, de strandwandeling, het glaasje wijn, tegen elkaar aan een beetje naar de wolken staren of een intieme maaltijd, is voor veel mensen een evenement op het verlanglijstje der romantiek. En wanneer ik dit soort activiteiten dan ondernam met een man, had ik een probleem. Was ik helemaal los in het hoofd, doezelig en ontspannen in de schouders, wou hij sex. Want we deden toch iets romantisch? Ja zeg, sex is voor mij een werkwoord. Je weet wel, inspanning, spelregels, verwachtingspatroon…Voor mij lastig te matchen met de hemelse sfeer van ontspannen raken.

Lekker ontspannen
Het lijkt allemaal heel hard en kil, maar dat valt reuze mee. In de praktijk maakt het de man namelijk helemaal niet uit in welke gemoedstoestand de vrouw sex met hem heeft. Of ze dit nu doet in staat van opperste verliefdheid, als een gestresste kip even tussen het boodschappen doen en de kinderen halen door, of helemaal ontspannen en Zen in sessies van drie uur. Als hij het maar krijgt. Nou, wat is dan het probleem? Gun mij dan mijn afstand. Dat is een duidelijk, nonverbaal signaal van ‘nu even niet’. Daarna kom ik naar je toe en doen we ons ding… Hè, hè, iedereen blij…. Ga ik daarna lekker ontspannen.

Vrouw relatie: Zit niet zo op mijn lip!

Laat ik gelijk duidelijk zijn. Ik ben regelmatig een groot voorstander van fysieke afstand. Ook met de mensen die ik liefheb. Nee, ik ben geen kouwe. Maar ik kom graag zelf naar de mensen toe. Dat lukt niet wanneer je de hele dag al bovenop mijn lip zit. Afstand graag voor je me verstikt. Dank u!

Doelgerichte actie
In mij zit altijd een vorm van haast. Ook in de romantiek en liefde. Op zijn tijd een simpele maar doelgerichte aankondiging als ‘Zeg, voel jij wat ik voel, wat dacht je ervan?’ heb ik eigenlijk het liefst. Ga toch zeker niet uren in ogen zitten staren, om de hete brij heen draaien en woordjes slijmen als het ook een stuk effectiever kan? Houd ik tenminste nog wat tijd over.

Verwachtingspatroon
De afstand is erin geslopen om een praktische reden. Wat voor mij ontspanning is, zeg relaxen bij de open haard, de strandwandeling, het glaasje wijn, tegen elkaar aan een beetje naar de wolken staren of een intieme maaltijd, is voor veel mensen een evenement op het verlanglijstje der romantiek. En wanneer ik dit soort activiteiten dan ondernam met een man had ik een probleem. Was ik helemaal los in het hoofd, doezelig en ontspannen in de schouders, wou hij sex. Want we deden toch iets romantisch? Ja zeg, sex is voor mij een werkwoord. Je weet wel, inspanning, spelregels, verwachtingspatroon…Voor mij lastig te matchen met de hemelse sfeer van ontspannen raken.

Lekker ontspannen
Het lijkt allemaal heel hard en kil, maar dat valt reuze mee. In de praktijk maakt het de man namelijk helemaal niet uit in welke gemoedstoestand de vrouw sex met hem heeft. Of ze dit nu doet in staat van opperste verliefdheid, als een gestresste kip even tussen het boodschappen doen en de kinderen halen door, of helemaal ontspannen en Zen in sessies van drie uur. Als hij het maar krijgt. Nou, wat is dan het probleem? Gun mij dan mijn afstand. Dat is een duidelijk, nonverbaal signaal van ‘nu even niet’. Daarna kom ik naar je toe en doen we ons ding… Hè, hè, iedereen blij…. Ga ik daarna lekker ontspannen.

Volgens hem: Fitness is geen sport

Ik las een interview met Arie Boomsma. Dat is niet erg opzienbarend. Als Twitter niet het ongenaakbare woord van 2009 was, dan had Arie Boomsma een goede kans gemaakt. Ja, meneer Boomsma heeft zijn PR redelijk op orde.

Snoepje
Hij schijnt ook nogal ‘het snoepje van de week’ te zijn. Ik zie het niet, maar ik ben dan ook een man. Als hij zijn mond maar houdt over geloven en in mijn bijzijn zijn goddelijke lichaam verhult in wijdvallende kleding, zou ik zelfs een genoeglijke avond met hem kunnen hebben. Ik zou dan met hem willen praten over sport.

Verslaafd aan sport
In het artikel zei Arie namelijk dat hij vaak gaat sporten. Dat hij zelfs verslááfd is aan sporten. Een microseconde ziet de Noordhollandse jongen van De Wit in mij hem dan zijn schaatsen onder binden, een ruige sliding maken op een doorweekt voetbalveld, of voor mijn part de badmintonrackets onder zijn snelbinders doen. Dan herinner ik me dat volgens sommige mensen fitness tegenwoordig ook een sport is. Voor mannen.

Fitness
Het is een achterhoedegevecht, ik weet het, maar ik strijd dapper voort. Ik zeg het maar weer een keer: fitness is géén, ik herhaal, GEEN sport. Fitness is een bezigheid. Het is ooit ontstaan uit een poging van vrouwen op leeftijd, met beenwarmers, om te laten zien dat ze écht bereid zijn alles te doen om irritant te zijn.

Competitie
Fitness is alles wat sport niet is. Sport is strijd, is teamgevoel, is winnen, is afzien. Sport is krakende botten en vuile praat in de kleedkamer. Sport is een doucheputje vol blubber en na afloop goedkope groene gel van de keeper in je haar. Bij sport streef je naar een overwinning. Er zijn tegenstrevers of er is een klok. En kun je winnen. Sport, dames, is com-pe-ti-tie. Sport is NIET in de spiegel kijken en net zo lang over je eigen buik aaien tot de zedenpolitie je komt oppakken.

Tere wangetjes
Maar nu trekt ook een gestaalde man als Arie een legging aan. Hij stapt met een hartslagmeter om zijn middel en een donzige handdoek om zijn nek op een huppelmachine en zegt hij dat hij gaat sporten. En als hij klaar is, dept hij voorzichtig zijn voorhoofd en doet hij verzorgende crème op zijn tere wangetjes. En dat is nog steeds allemaal prima. Maar zeg dan NIET in de krant dat je sportverslaafd bent, Arie! Verrader!

Of is dat godslastering?

Vrouw relatie: Ja leuk! De loopband

Vroeger was alles beter. Vroeger had ik nog zin, woog ik minder en had ik een sixpack nog voor het woord was uitgevonden. Ik was gewoon lekker bezig. In de sportschool. Dat waren nog eens tijden.

Fanatiek
Je had de zware jongens en daar hoorde ik bij. De die-hards. De jongens en meisjes van de shakes, de uitgekiende trainingsschema’s en de club waar de beginners best wel even plaats voor maakten. Ik voerde discussies met afvalligen dat bodybuilddames helemaal niet net mannen waren. Hallo! Vind je mij een manwijf dan? Nou dan! En ik werd niet eens zo erg agressief, want ik was een ‘natural’. Een schepje extra eiwit à la, maar anabolen daar deed ik niet aan.

Loopband
Maar toen kwam de liefde. En van de liefde kwam een baby. De sportschooltraining werd zwangerschapsgym, de zwangerschapsgym werd babyzwemmen. Het babyzwemmen werd kleutergym. Daarmee verdween het samenwerkingsverband en ik van het sporttoneel. Dat was natuurlijk geheel mijn eigen schuld, dikke bult. En over dikke bult gesproken…Nou, dat niet echt. Heus, wanneer je goed voelt, kun je nog iets van een prehistorisch sixpackje terugvinden. Onder mijn moederlijk zwembandje. Helemaal niet erg. Wel erg is de teloorgang van de conditie. Dus toen zelfs de foto’s van het babyzwemmen door het verstrijken der jaren hun glans begonnen te verliezen was dat een teken. Ik moest maar weer eens naar de sportschool.

Hartslag
Hij kende me nog. Een van de die-hard bodybuilders was nu trainer. Het weerzien met hem was wel aardig. Een confrontatie van vergane glorie, dat wel. Maar goed…Gelukkig hadden we onze sterke karakters nog. “Schemaatje doen maar?” “Doe maar ja, ik weet het allemaal niet meer zo goed.” “Ach joh, je pikt het zo weer op,” loog hij, “begin maar vast 10 minuutjes op de loopband.” Tien minuten? Zo lang? Na een paar seconden al zat ik op hartslag 145. Echt wel dat het nodig was.

Man vs Vrouw: Alles voor de sport

Duursport, teamsport, outdoor, wintersport… Al met al zijn we best sportief bezig. Elke week zetten we in Man vs Vrouw hem tegenover haar met een stelling. Deze week: Vertel me je sport en ik weet wie je bent.

VOLGENS HAAR
Daar kunnen we een hele rits inkoppertjes over gaan opschrijven, maar dat doe ik niet. Ik ben namelijk geen sporter. Zo heb ik geen idee hoe het is met een hockeystick rond te lopen. Ook niet hoe het is om in een busje met z’n allen naar een vergelegen veld te rijden om daar te gaan scoren. Geen idee hoe het voelt te verzuren, te verkrampen, te zweten -nou dat nog wel- met een tosti en schouderklopje in de kantine na.

Teambuilding
Sport kun je beleven en sport kun je doen. Dat belevingsverhaal hebben ze aan mij nooit kunnen slijten. Ik zit niet gespannen voor de buis te wachten op de samenvatting. Houd de krant er niet voor bij en dat ik soms sta te verkleumen langs de lijn is een geïntegreerd onderdeel van mijn taak als opvoeder. Toch ben ik sportief. Zolang het maar niet in groepsverband hoeft en niet op vaste tijden. Nou, wat moet ik daar nu uit concluderen? Dat ik vooral mijn eigen gang wil gaan en niet geconfronteerd wil worden met teambuilding en de zweetlucht van anderen? Zou maar zo kunnen.

Leeg hoofd
Dus jog of skate ik eenzaam over de dijk of doe mijn rondje sportschool wannneer ik denk: Ja, nu! Ik geniet  van die ‘eenzaamheid’. Meer nog dan van de sport. Leuk hoor, weer 800 verbrande caloriën , maar nog lekkerder is het lege hoofd waarmee ik weer thuis kom. Dat gaat me niet lukken met het team van de vereniging. Iedereen wil dan iets zeggen. Ze kunnen toch ook meteen gewoon doen wat ik voorstel? En dan het sociale gebeuren. ’s Zomers de club-bbq, ’s winters met oliebollen lang de deur en tussen de seizoenen door is er De Grote Clubactie. Sportief samenvattend ben ik inderdaad eigenwijs en egocentrisch. Ja, dat is het. Dat, en een controlefreak. 

VOLGENS HEM
Dus volgens bovenstaande kop zegt mijn sporten iets over mij? Dat kan dan nooit veel goeds zijn. Mijn eerste sportervaring was bij de plaatselijke voetbalvereniging. Ik werd als nitwit van een jaar of 10 in een elftal geplaatst waarvan de meest opvallende figuren een meisje genaamd Esther en de slagersjongen “Bolle Witsen” waren. Ik was er op gegaan omdat ik toch ‘iets aan sport’ moest gaan doen van mijn moeder. En bij een jonge knul kom je dan vrijwel automatisch bij voetbal uit.

Voetbal is stom
Ik was geen hoogvlieger. Ik snapte de regels niet, was zo’n strebertje die dacht dat de bal alleen maar zo snel mogelijk in het doel van de tegenstander moest en vond dat mijn medestanders maar lui waren omdat ik altijd alleen helemaal vooraan op de helft van de tegenstander stond. Het heeft een aantal maanden geduurd voordat de trainer mij het begrip ‘buitenspel’ wist bij te brengen. Onze scores werden gekenmerkt door zeer onevenwichtige standen als 17-0, 8-0 en als topper 24-1. Ik had dat ene doelpunt gemaakt en werd daarmee meteen tot topscorer van het elftal gebombardeerd. Omdat kinderen op die leeftijd eigenlijk alleen sporten om door hun ouders te worden aangemoedigd was voor mij de lol er snel af. Mijn ouders hielden helemaal niet van voetbal en zijn ook nooit komen kijken. Na een half seizoen hield ik het voor gezien.

Doel
Ik heb toen ik al volwassen was nog wel een aantal seizoenen gevolleybald, maar ik kwam er uiteindelijk achter dat ik alleen geschikt blijk te zijn voor individuele sporten. De sportschool vind ik onzinnig, omdat je nergens heen gaat en ik altijd wel een doel wil hebben. Ik heb het jaren volgehouden om bijna elke dag een kilometer of dertig te skaten in en rondom Utrecht. Ik deed dat samen met iemand anders en dat vond ik heerlijk. Tegenwoordig doe ik te weinig. Ik zit te veel op mijn krent en ergens in mijn achterhoofd schreeuwt een stemmetje om mijn skates weer uit het vet te halen. Toch maar doen dan. Op de skates is het niet erg om buitenspel te staan.

Woorden van liefde en troost

css.php