Alle berichten van Ellen Boekelaar

Vertekend beeld

Het ging vanmorgen al vroeg over porno. Altijd een goed onderwerp om mijn aandacht mee te krijgen. Niet omdat ik een die-hard liefhebber ben overigens. Ik ben ook niet tegen, bij de juiste dosering in het juiste perspectief. En die twee zaken, daar heb ik al jaren mijn twijfels over. Vanmorgen stond het in de krant. Pornokijkers hebben een vertekend beeld over vrouwen. Hoera! Maar denkt er wel eens iemand aan het scheve beeld dat vrouwen over mannen krijgen door porno?

Ondergoed
Persoonlijk neem ik, dankzij porno, nog maar weinig mannen serieus. Hoe mooi het pak ook, hoe goed de baan, het zinnig de gesprekken, ik blijf in elke man de drive zien die, wanneer  het erop aan komt, ervoor zorgt dat ze niets liever doet dan kijken naar Hustler tv, ergens in een kelder met netkousen aan aan de kabels hangen, hun auto met kinderzitje parkeren bij het zuigbos of pornosurfen op het net. Die gedachte heeft zo’n beetje de uitwerking als de tip die je wel eens hoort wanneer je nerveus bent voor je presentatie. ‘Denk dat je toehoorders in ondergoed zitten’. Nou dat dus. Probeer het dan nog maar eens droog te houden.

Porno sneu voor man
Dus eigenlijk is porno heel erg sneu voor de emancipatie van de man. Het is slechts de fysieke macht die mannen kunnen inzetten om over de seksualiteit van de vrouw te heersen. Maar psychologisch gezien is de vrouw ‘on top’. Elke vrouw weet dat. Dus ik stel voor dat we ophouden over vrouwonvriendelijke porno. Die bestaat niet. Het is de man die zich van zijn meest afhankelijke en kwetsbare kant laat zien wanneer hij te veel wegduikt in de verdoving van lust en de grens tussen studio- en het echte werk niet kent. Het imagoverlies en het relationeel isolement dat hij daarbij oploopt is volgens mij niet te onderschatten. Misschien moest dáár eens een onderzoek naar gedaan worden.

Volgens haar: Vriendjes

Mijn dochtertje heeft er al minstens honderd en het aantal groeit per dag. Net zo makkelijk. Ze zegt iets van: ‘Hé, ik zit ook op streetdance!! Zit jij op MSN en op Hyves?’ En hup, weer een vriendje. De laatste keer dat ik aan iemand vroeg of hij op streetdance zat kreeg ik een middelvinger. Mijn dochter is tien en kan dat soort dingen gewoon vragen aan leeftijdgenootjes. Bij mij werkt dat allang niet meer. Maar dat ligt aan mij. Of zoals een mannelijke kennis vertelde: ‘Seks krijgen is gewoon een kwestie van een groot sms-bestand hebben.’ Dat het bestand groot moest zijn was prettig. Ik ben gelukkig niet de enige die kennelijk af en toe een middelvinger oploopt. 

Gesprek
En zo sparen we allemaal onze vriendjes voor verschillende doeleinden. We slaan ze digitaal op en trekken ze uit de kast wanneer dat nodig is. Voor een date, voor seks, een potje hooligan-en, het doen van zaken, het bespreken van nieuwtjes of het doorspelen van de laatste voetbaluitslagen of politieke uitspraken. Helemaal handig. Alles gaat via het net. Valt best mee? Wanneer heb jij voor het laatst een écht gesprek gehad dan? En dan bedoel ik zonder de telefoon in je hand en zonder dat het om zaken ging. Ter verduidelijking: ‘Jij ook goede morgen, is er nog brood?’  of ‘Ja, ja, was vet met haar, maar ik moet nu echt gaan man, zie je later’, is géén echt gesprek.

Intiem bezig
Maar gelukkig hebben we onze virtuele vriendjes en vriendinnetjes nog. Want op het net is alles mooier. De foto’s en de babbels. En de openhartigheid. Het blijft anoniem voelen achter zo’n toetsenbord. Zelfs al zijn IP-adressen makkelijk te achterhalen en staat de webcam aan voor de halve wereld, we denken dat we intiem bezig zijn. Want dat willen we graag. Dát denken én intiem kunnen zijn met iemand. Ondertussen blijft het  face-to-face heel erg stil. En komt er al geluid uit dan is het vaak niet wat we zouden willen zeggen. Feitelijk niets nieuws. Onze ouders en de generaties daarvoor hielden ook wel van een potje stilzwijgen. Wat dat betreft wordt er meer gecommuniceerd dan ooit. Ik moet gewoon niet zo zeuren en me aanpassen aan de moderne methodiek. Zit er nog iemand op streetdance?

Man vs Vrouw: Digitaal netwerken

Zij zet al haar foto’s op Hyves. Hij spaart alleen digitale vriendjes uit zakelijk oogpunt. Maar is dat nu wel zo?  Elke week zetten wij hem tegenover haar met een stelling. Deze week: De zin en onzin van digitaal netwerken.

VOLGENS HAAR
Vandaag las ik een onderzoek dat fysiek aan je netwerken werken niet zo’n zin meer heeft. Behalve wanneer je zakelijk helemaal aan de top vertoeft. Dan doe je juist weer niet aan virtuele vriendjes. Als toppertje is het not done en indiscreet relatiegegevens op het net te gooien. Het komt er dus op neer dat je, aan de top, aanschuift bij de borrel en banket voor je zaakjes, terwijl je het als dozenvouwer moet hebben van je Hyves account. Het is nog niet bedacht of er heerst hiërarchie. Niet dat het allemaal zo nieuw is, maar ik ben een nitwit. Ik houd de virtuele netwerkwereld niet zo bij. Letterlijk.

Kopje koffie
Ik heb het wel geprobeerd. Vooral Hyves was een giller. Lekker lezen wat Truus en Miep nu weer gedaan hadden. Ik ging ze natuurlijk niet vragen of ze nu per ongeluk of per ongeluk-express hun account niet dicht hadden getimmerd. Ik dacht al snel ‘ga zo door! Erg leuk die foto’s. Alweer met een nieuwe vriend staan te slempen zo te zien?’ Maar, aan elke hobby komt een eind. Op een gegeven moment ging mijn voyeurisme gewoon te veel tijd kosten. Aan linkdIN heb ik trouwens wel een leuke opdracht overgehouden. Ik sta in het netwerk van het netwerk van een netwerk. Of zo iets. Ik kende de beller die mij een stukje wilde laten schrijven in elk geval niet. Maar dat was na een ouderwets kopje koffie boven een tafeltje zo opgelost.

Afgesloten tijdperk
Misschien heb ik gewoon wat hulp nodig. Er zijn seminars waarin je fysiek bij elkaar komt om te leren dat fysiek netwerken zóóó 2008 is. Daar leer je hoe je virtueel netwerken voor je kunt laten werken. Ik moest er, als afsluiting van een tijdperk, maar eens heen. En rap, voor iedereen ziet dat ik nog maar 2 vriendjes heb op mijn achterafaccountje. Jammer van het gezellige toastje brie en het glaasje witte droge. Ze leveren niet genoeg meer op. 30% van de virtuele netwerkers haalt werk uit het netwerk. Onder de borrelbabbelaars lukt dit slechts bij 3%. Netwerken moet dus digitaal. Ook ik. Al kan ik altijd nog heel discreet zeggen dat ik niet op Facebook sta omdat ik eigenlijk een toppertje ben. 

VOLGENS HEM
‘Twitter jij al?’, vroeg een collega me een jaar geleden. ‘Eh watte?’, was mijn alerte antwoord. Twitteren was toen vrij nieuw. Als je tegenwoordig niet twittert ben je toch wel hopeloos ouderwets. Tijd om eens op te zoeken wat deze nieuwe hype nu precies is en of het een zinvolle toevoeging is aan ons informatietijdperk. Twitter stelt je maar één vraag: ‘Wat ben je aan het doen?’ Dat vul je dan in en laat je weten aan de rest van de wereld. Uhmmm, ok, maar waarom zou ik? Wie is er nu in godsnaam geïnteresseerd in mijn doen en laten behalve de mensen die daarin betrokken worden? En waarom zou ik überhaupt tijd besteden aan zoiets?

SMS
Eigenlijk is het een soort van SMS, alleen stuur je die niet naar één persoon en je zet geen dialoog op touw, maar je vertelt bijvoorbeeld dat je je op het toilet even aan het downloaden bent, dat je bij de bakker in de rij staat of dat je bezig bent je kleren uit te trekken om je maagdelijkheid te verliezen aan iemand die je die avond ontmoet hebt. Ik noem maar iets geks. De bedoeling is dat je de rest van de mensheid laat weten wat je op elk moment van de dag aan het doen bent en deze mededeling dien je te doen met gebruikmaking van maximaal 140 tekens. Waar is het einde? Continue een filmcamera op je bril en iedereen live tonen hoe je een 1 krijgt bij een proefwerk op school?

Beperken
De giller van deze site is hun eigen uitleg over de redenen waarom je het zou moeten gebruiken, volgens een vraag- en antwoordpagina. Voorbeeld: ‘Is Twitter niet gewoon té veel informatie?’. Antwoord: ‘Nee, sterker nog, Twitter zorgt er voor dat je niet wordt overladen met online informatie. Gebruikers verwachten geen reactie op hun geplaatste mededelingen. Updates van familie en vrienden vloeien naar je telefoon en je maakt zelf uit hoeveel aandacht je er aan schenkt’.  Dit riekt naar een enorme contradictio in terminis. Je wordt immers overladen met informatie waar je helemaal niet om vraagt, terwijl Twitter juist het tegendeel beweert. Ook lijkt het me iets waar je, als je gewoon écht tijd besteedt aan de mensen waar je om geeft, helemaal geen tijd voor hebt. Het zal dus wel iets zijn voor mensen die het tegenwoordig eng vinden om gewoon contact met anderen te hebben zonder digitale tussenkomst. Niks voor mij dus.

Vrouw relatie: Dat doet hij nu altijd

Eigenlijk vind ik maar één ding echt irritant aan de andere sekse. De man dus. Het interesseert me geen lor dat ik meer in het huishouden doe dan hij. Dat hij zijn onderbroek onder het bed laat slingeren of de sokken naast de wasmand gooit. Waar ik niet tegen kan is het gemak waarmee hij kan liegen. 

Jaloers
Eigenlijk ben ik natuurlijk gewoon jaloers. Het lijkt me geweldig om zonder blikken of blozen de boel zo te kunnen verdraaien dat de ander, de vrouw dus, het gevoel krijgt dat het aan haar ligt. ‘Ja, maar schatje, dacht je nu echt dat ik niet veel liever bij jullie was in plaats van op mijn werk?’ ‘Ja, dat dacht ik even, want je gaat nooit eerder uit zo’n saaie vergadering weg, terwijl ik op mijn werk wel…, maar ja, als je het zo stelt. Ja, misschien wil je het ook wel, maar kan het gewoon niet. Maar haal jij volgende week dan wél de kinderen op?’ En bingo, weer 1-0, of inmiddels, 1000-0 voor meneer. 

Pleaser
Vroeger trapte ik er al in, want ik werd veel te jong een pleaser. In mijn opvoeding lag de valkuil beloond te worden voor poezelig, lief, kneedbaar gedrag. Bij welk meisje niet? En daar zijn we mooi klaar mee. Jaren later, als vrouw. ‘Wilt u erbij meneer? Stap ik toch opzij.’ ‘Wilt u mij iets wijsmaken meneer? Dan geloof ik dat toch.’ ‘Nee, dat met haar stelt niets voor. Weet ik toch. Oh, ze is er dit weekend niet en je wilt toch ergens je pik kwijt? Doen we dat toch?’ ‘Jeetje, je oma én opa met je drie neefjes allemaal tegelijk onder de tram? Ja, dan snap ik dat het even duurt voor je kunt bellen. Weet ik toch, ik geloof alles, als je me maar lief vindt.’ Dat waren zo’n beetje mijn antwoorden. En ik sprak ze uit terwijl ik nog eens extra met mijn lange wimpers knipperde. Zum kotzen, nicht?

Wc-kalender
Of er nog hoop is weet ik niet. Soms denk ik van wel. Liegen kan ik nog steeds niet zo goed, maar niet meer in de leugens van anderen trappen gaat me steeds beter af. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs. Ik zit al jaren in het stadium dat ik het doorzie, maar er niet altijd iets van zeg. Mijn wimpers blijven een tic uit de gilles de la tourette reeks. Gaat gewoon vanzelf. Dus die onnozele blik blijf ik maar inzetten. Alleen tegenwoordig ook in mijn eigen voordeel. ‘Ach schat, je weet toch dat ik liever bij jou zou zijn, maar ja… dat meidenweekend staat al weken gepland. Dat heb ik toch gezegd! Het staat zelfs op de kalender in de wc. Bij vandaag ja, met die grote cirkel eromheen. Dat je dat niet gezien hebt zeg. En ja, dahaa… natuurlijk gedraag ik me en zal ik heeel erg veel aan je denken.’ Knipper, knipper…

Volgens haar: Dat doet hij nu altijd

Eigenlijk vind ik maar één ding echt irritant aan de andere sekse. De man dus. Het interesseert me geen lor dat ik meer in het huishouden doe dan hij. Dat hij zijn onderbroek onder het bed laat slingeren of de sokken naast de wasmand gooit. Waar ik niet tegen kan is het gemak waarmee hij kan liegen. 

Jaloers
Eigenlijk ben ik natuurlijk gewoon jaloers. Het lijkt me geweldig om zonder blikken of blozen de boel zo te kunnen verdraaien dat de ander, de vrouw dus, het gevoel krijgt dat het aan haar ligt. ‘Ja, maar schatje, dacht je nu echt dat ik niet veel liever bij jullie was in plaats van op mijn werk?’ ‘Ja, dat dacht ik even, want je gaat nooit eerder uit zo’n saaie vergadering weg, terwijl ik op mijn werk wel…, maar ja, als je het zo stelt. Ja, misschien wil je het ook wel, maar kan het gewoon niet. Maar haal jij volgende week dan wél de kinderen op?’ En bingo, weer 1-0, of inmiddels, 1000-0 voor meneer. 

Pleaser
Vroeger trapte ik er al in, want ik werd veel te jong een pleaser. In mijn opvoeding lag de valkuil beloond te worden voor poezelig, lief, kneedbaar gedrag. Bij welk meisje niet? En daar zijn we mooi klaar mee. Jaren later, als vrouw. ‘Wilt u erbij meneer? Stap ik toch opzij.’ ‘Wilt u mij iets wijsmaken meneer? Dan geloof ik dat toch.’ ‘Nee, dat met haar stelt niets voor. Weet ik toch. Oh, ze is er dit weekend niet en je wilt toch ergens je pik kwijt? Doen we dat toch?’ ‘Jeetje, je oma én opa met je drie neefjes allemaal tegelijk onder de tram? Ja dan snap ik dat het even duurt voor je kunt bellen. Weet ik toch, ik geloof alles, als je me maar lief vindt.’ Dat waren zo’n beetje mijn antwoorden. En ik sprak ze uit terwijl ik nog eens extra met mijn lange wimpers knipperde. Zum kotzen, nicht?

Wc-kalender
Of er nog hoop is weet ik niet. Soms denk ik van wel. Liegen kan ik nog steeds niet zo goed, maar niet meer in de leugens van anderen trappen gaat me steeds beter af. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs. Ik zit al jaren in het stadium dat ik het doorzie, maar er niet altijd iets van zeg. Mijn wimpers blijven een tic uit de gilles de la tourette reeks. Gaat gewoon vanzelf. Dus die onnozele blik blijf ik maar inzetten. Alleen tegenwoordig ook in mijn eigen voordeel. ‘Ach schat, je weet toch dat ik liever bij jou zou zijn, maar ja… dat meidenweekend staat al weken gepland. Dat heb ik toch gezegd! Het staat zelfs op de kalender in de wc. Bij vandaag ja, met die grote cirkel eromheen. Dat je dat niet gezien hebt zeg. En ja, dahaa… natuurlijk gedraag ik me en zal ik heeel erg veel aan je denken.’ Knipper, knipper…