Mooi is ook niet alles

We kijken graag naar rolmodellen. Mooie mensen, mooie spullen en gesmeerde topcarrières ontlokken niet zelden zuchten van afgunst. Niet bij mij. Nou vooruit, bloedmooi had ik wel willen zijn, maar ik heb een troostmiddel. Het heeft bijzonder comfortabele voordelen om wat treetjes lager op de ladder te staan. Dat je toegankelijker bent voor andere leuke mensen bijvoorbeeld. 

Players
“Is het niet lastig een lustobject te zijn”, vroeg ooit een lieve minnaar. Het was een compliment en het was tien kilo en miljoenen lichtjaren geleden. Hij had gelijk. Het was lastig. Ik had iets, verbloemde verlegenheid, dat mij afstandelijk maakte. Bij gebrek aan durf me aan te melden voor een teamsport trainde ik 5 dagen per week solistisch in de sportschool. Daar had de teamplayer in mij nog steeds niets aan, maar mijn fysieke vormen wel. Naïviteit ten top zag ik niet dat hierdoor de serieuze en rustige mannen (mijn droom) buiten bereik bleven en de players mijn gestroomlijnde en vetvrije kant op kwamen. Ten onrechte werd mijn houding aangezien voor een bepaalde air. ‘Hard to get, but nice for fun’. Een veronderstelling die er voor zorgde dat de lieve mannen waar ik van droomde, uit eigen onzekerheid op afstand bleven. 

Uitstraling
Wat ik ging beseffen in die tijd is dat veel neerkomt op uitstraling. Om de hypothese te staven nam ik de proef op de som. Binnen één weekend vertoonde ik me totaal anders in het uitgaansleven. Op vrijdag ging ik neutraal, lees saai, gekleed en bleef mezelf. Op zaterdavond hulde ik me in mijn meest vrouwelijke outfit en stelde me licht hysterisch op. Stroop werd ik. ‘De vrouwelijke avond’ werd ik benaderd door mannen die me de avond daarvoor niet hadden zien staan. Het was een pijnlijk spel maar een leerzame les.  “Lustobject” zijn bleek niet leuk. Het was shocking en hol. What you see is what you get. Maar dan vooral wat de ander in jou ziet. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *