“En waar zijn wij mee bezig en waar denken wij naar toe te gaan?” Persoonlijk
schiet ik van zo’n vraag vreselijk in de lach. Of het wekt agressie op. Afhankelijk van de periode in de maand. Toch
is deze simpele aanpassing in je vocabulaire op relatiegebied een aanrader. Zeggen
de knappe koppen van de University of Berkeley.

Gelukkige relatie
De wetenschappers concludeerden dat stellen die beiden in
wij-vorm praten kalmer, positiever en gelukkiger met hun relatie zijn. Het
wij-woord is niet zozeer van invloed op de gebruiker zelf, maar geeft vooral de
partner een fijn en geborgen gevoel. Ik wil het een kans geven, maar ze moeten
niet aankomen dat ik, in bijzijn van mijn lief, mijn lief ‘papa’ moet gaan noemen, zoals ik ooit een lieftallige oudere dame haar man hoorde aanspreken. “We
gaan deze week naar de huishoudbeurs, of niet papa?” Ik beloof mijn lief een
geladen pistool plus license to kill mocht het tussen ons ooit zo ver komen.

Huishoudbeurs
Ik kreeg mijn eerste migraineaanval na een bezoek aan de huishoudbeurs.
Wist ik veel. Ik had een vreselijk lief vriendje met dito moeder. Zij was gedoemd mijn tweede officiële schoonmoeder te worden dus wat doe je dan? Dan vertrek je op
een mooie dag, met de bus, richting huishoudbeurs voor wat human bonding. Het was verschrikkelijk. Ik
kwam spugend en jankend thuis met een kop vol schreeuwende weerzin dat tegen de
binnenkant van mijn schedel beukte “ga nooit meer naar de huishoudbeurs”. “Het lijkt erop dat we een migraineaanval hebben
gehad”,  sprak de dokter twee dagen later,
toen ik iets was opgedroogd en hem toch nog maar een bezoek bracht. “Dat is
sterk”, dacht ik, “hij had het ook!” Maar zijn taalkeuze gaf ook troost. Ik had
een medestander en voelde de warme golf van begrip. Waarmee ik maar wil zeggen. Huisartsen, wetenschappers en ik:
wij hebben gelijk!