Ik ben geen fan van statistiek. Ho. Wacht. Voordat ik Maurice de Hond samen met de leden van de Wereldorganisatie van Statistici en Andere Heel Belangrijke Dingen Met Cijfers op mijn stoep heb staan: ik weet dat het volkomen onterecht is. Statistieken zijn het cement van deze wereld. Ze vormen een houvast in een tijd van verandering, onzekerheid en Maik de Boer. Ik weet dat allemaal. Ik wil alleen maar zeggen
dat ik liever een diepzinnige levensbeschouwelijke boom opzet met een fanatieke deelnemer aan een ruilbeurs voor Sneeuwwitjepoppetjes, dan dat ik een statisticus serieus neem.
Rubriceren
Eigenlijk ben ik gewoon bang voor ze. Wat statistici namelijk doen is mij rubriceren. Ze laten mij zien dat ik doorsnee ben. Ik ben doorsnee in de dingen die ik bewust heel doorsnee doe, en ik ben doorsnee in de dingen waar ik me uniek in voel. Statistiek gaat dus niet over het leven, maar ondertussen gaat het over niets dan het leven. Over de risico’s en kansen in het leven, om precies te zijn.
Bandplooibroek
Gooi alle mensen in een pot, roer een beetje, en trek de grootste gemene deler eruit. Hij zal lijken op Bert Kuizinga, gekruist met Jochem van Gelder, inclusief iets te hoog opgetrokken flanellen bandplooibroek. En iedereen, jaaaahhh menschen, IE-DER-EEN, loopt het risico om uiteindelijk toe te bewegen naar dat magnetische gemiddelde.
Aldus de statistici.
Liefdesleven
Ik ben het liefst the odd one out. Maar ik weet wel beter. Neem mijn liefdesleven. Och och och. Twee relaties van zeven jaar. Precies zeven jaar tot het over was. Twee keer! The seven year itch? Geen idee. Maar oh! wat gemiddeld! En de statistici staan alweer te glunderen in een hoekje. Maar ik weet wel beter. Nu ga ik voor the odd one out. Dit keer stap ik erin voor de eeuwigheid. Met ziel en zaligheid. Rot op met die zeven jaar.
Het is dat, of een beige bandplooibroek.