Alle berichten van Ralph Ploeger

Volgens hem: Vakantiefototerreur

Niks is verschrikkelijker dan praten over andermans vakantie. Vakantiepraat is een vrouwendingetje. Vrouwen willen alles weten. Niet omdat ze alles willen weten, maar omdat ze zelf alles willen vertellen. En voor wat hoort wat. Mannen zijn meer van de orde van de dag. “Op vakantie geweest?” “Yep.” “En?” “Leuk.” “Mooi zo.”

Digitaal fotoboek
Het ergst zijn de foto’s. Ik vrees altijd het moment dat op een verjaardag het stapeltje foto’s uit de kast komt. Of nog erger, het digitale fotoboek. Met bijschriften. ‘Kneuter en Knurft in zee, wat een gespetter.’ ‘Kneuter en Knurft op de glijbaan.’ En dan een foto van Kneuter en Knurft in zee. Veel spetters. Of op de glijbaan. “Zo jammer dat Kneut’s hoofd er hier niet op staat. Hij lachte zo lief.” En jij maar bladeren. Het interesseert me dus geen drol dat Knurft het zo leuk vond om dennenappels te eten. En dat Kneuter zo leuk kleurde bij zijn zwembandjes.

Terughalen van geluk
Fotoboeken. Pak er honderd, schud ze door elkaar en deel ze willekeurig weer uit. Niemand die doorheeft dat het niet zijn eigen foto’s zijn. Fotoboeken zijn zo uniek dat ze weer universeel worden. Je moet ze laten waar ze thuis horen. Onder ’t stof in die kast waarvan we de sleutel kwijt zijn. Pas pakken als ’t donker is en niemand ’t kan zien. Voor het even terughalen van hoogstpersoonlijk geluk waar verder niemand wat van begrijpt of mee te maken heeft.

Vrouwen van de wereld
De wereld zou een betere plaats zijn zonder fotoboekenterreur. We houden elkaar gevangen. En laten we eerlijk zijn, vrouwen van deze wereld: dat komt door jullie. Dus ik heb een vraag. Aan all you women out there: waarom leuteren jullie een kwartier over elke foto? Wil je echt weten bij welk strandje Truus en Piet ‘t zo fijn hadden? Of worstelen jullie je door die brei aan scheve bekken en snotterige kinderen om toch te checken hoe Truus er uit ziet in bikini? “Fijn! Meer rolletjes dan ik dacht.”
Dan houd ik per direct mijn mond. Want alles wat een vrouw een goed gevoel geeft, is me heilig. De wereld is namelijk een mooiere plek met vrouwen die zich goed voelen. En voor wat hoort wat.
Kom maar door met die foto’s.

Volgens hem: Rode ballen

Iedereen weet ‘t. Een vrouw hoort niet thuis op een camping. Teveel rampscenario’s. De vrouw leeft immers vanuit de ‘stel je voor dat alles tegen zit…’-filosofie. Het weer, de insecten, de buren. De man leeft vanuit het ‘we zien wel waar het schip strandt’-principe. Hij rijdt zuidwaarts, nagelt zijn tent in de rotsachtige bodem en doet zijn eerste plas. Waarna hij klaagt over het weer, de insecten en de buren.

Proberen
De gemiddelde vrouw gaat vanuit zichzelf die beproeving ook niet aan. De gemiddelde vrouw die kampeert is ‘erin gegroeid’, vanwege ouders die het altijd al deden, of een partner die het ‘echt een keer wilde proberen’.

Samen dingen doen
Mannen en vrouwen zijn sowieso niet heel erg geschikt om samen dingen te doen. Mannen en vrouwen vinden namelijk andere dingen leuk, dat heet evolutie.
Voorbeeldje: op een camping loopt een man trots met zijn wc-rol onder de arm en joviaal groetend richting toiletgebouw, gaat daar zitten op een wc die overduidelijk al dertig keer gebruikt is, ook door die dikke fransoos in die rode ballenknijper, juist door die dikke fransoos in die rode ballenknijper, glimlacht tevreden als hij voelt dat de vettige wc-bril gretig aan zijn bovenbenen plakt, en geneert zich niet als de plonsjes of erger door het gebouwtje galmen. Een vrouw houdt liever drie weken haar ontlasting binnen.

Verplicht leuk
En je mag dat best even niet zo leuk vinden. Samen dingen doen wordt namelijk pas een bezoeking als die dingen verplicht leuk moeten zijn. Als de gemiddelde vrouw baalt dat ze niet kan poepen op deze smerige wc’s, voelt de gemiddelde man die deze camping heeft uitgezocht zich afgewezen. Rug omhoog en mokken maar. Dat loslaten is een bevrijding. “Baal jij maar even fijn!”

Dus, vrouwen: lang leve de camping! De plek voor al uw levenslessen. Al was het maar de les dat de rode ballenknijper weer helemaal terug is.

Man Relatie: Rode ballen

Iedereen weet ‘t. Een vrouw hoort niet thuis op een camping. Teveel rampscenario’s. De vrouw leeft immers vanuit de ‘stel je voor dat alles tegen zit…’-filosofie. Het weer, de insecten, de buren. De man leeft vanuit het ‘we zien wel waar het schip strandt’-principe. Hij rijdt zuidwaarts, nagelt zijn tent in de rotsachtige bodem en doet zijn eerste plas. Waarna hij klaagt over het weer, de insecten en de buren.

Proberen
De gemiddelde vrouw gaat vanuit zichzelf die beproeving ook niet aan. De gemiddelde vrouw die kampeert is ‘erin gegroeid’, vanwege ouders die het altijd al deden, of een partner die het ‘echt een keer wilde proberen’.

Samen dingen doen
Mannen en vrouwen zijn sowieso niet heel erg geschikt om samen dingen te doen. Mannen en vrouwen vinden namelijk andere dingen leuk, dat heet evolutie.
Voorbeeldje: op een camping loopt een man trots met zijn wc-rol onder de arm en joviaal groetend richting toiletgebouw, gaat daar zitten op een wc die overduidelijk al dertig keer gebruikt is, ook door die dikke fransoos in die rode ballenknijper, juist door die dikke fransoos in die rode ballenknijper, glimlacht tevreden als hij voelt dat de vettige wc-bril gretig aan zijn bovenbenen plakt, en geneert zich niet als de plonsjes of erger door het gebouwtje galmen. Een vrouw houdt liever drie weken haar ontlasting binnen.

Verplicht leuk
En je mag dat best even niet zo leuk vinden. Samen dingen doen wordt namelijk pas een bezoeking als die dingen verplicht leuk moeten zijn. Als de gemiddelde vrouw baalt dat ze niet kan poepen op deze smerige wc’s, voelt de gemiddelde man die deze camping heeft uitgezocht zich afgewezen. Rug omhoog en mokken maar. Dat loslaten is een bevrijding. “Baal jij maar even fijn!”

Dus, vrouwen: lang leve de camping! De plek voor al uw levenslessen. Al was het maar de les dat de rode ballenknijper weer helemaal terug is.

Ralph Ploeger over Ralph
‘Ik ben van negen maanden na de finale. Als Cruyff een paar keer had gescoord, was ik er misschien niet eens geweest. Ik ben forens en stukjesschrijver. Ik ben vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Ik ben van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen. En soms, als buiten de zon schijnt en mijn krullen mooi doet glanzen, dan lijkt het net of ik een zorgeloze beachboy ben. En dat geeft niks…’
Je vindt Ralph ook op  www.ralphp.nl

Man Relatie: Geheimen

Anne, de oudste dochter van mijn vriendin, heeft buitengewone
belangstelling voor mijn stoelgang. ‘Ralph, heb je vandaag al gepoept?’
De eerste keren was ik nogal beschroomd om daarop te antwoorden. Laat
ik er bij vertellen dat ze 14 is. Voor het perspectief.

Geuren en kleuren
Aan mijn eigen peuters vertel ik in
geuren en kleuren alles wat ik op de WC uitspook, opvoedingsgewijs. Aan
tieners blijkbaar niet. Da’s eigenlijk gek. Ik ben niet opgegroeid met
een taboe op plas en poep. Eerder omgekeerd: mijn moeder plast al haar
hele leven met de deur wijd open. Zo hard dat het porselein van de pot
spat en zo snel dat niemand haar ooit heeft kunnen betrappen. Over het
poepen van mijn vader wil ik het liever niet hebben. Over de doden
niets dan goeds.

Openheid
Toch antwoordde ik Anne de eerste keren niet. Of
nou ja, door niets te zeggen, of wat te zuchten, antwoordde ik
eigenlijk wel. ‘Schaam je je voor je poep, Ralphie?’ vroeg ze plagend.
De rest van het gezin lachte meewarig. Die Ralph met zijn hangups.
Inmiddels begint ’t een beetje te wennen, ik heb zelfs mijn eerste boer
al gelaten. Dat was wel een momentje, merkte ik: ik hoor er nu helemaal
bij. Een boer is blijkbaar deel van hun geheime taal, gecodeerd volgens
het principe: hoe ongegeneerder, hoe beter.
Openheid is er sowieso de norm. Ze hebben mij geleerd dat geheimen niks anders zijn dan bommetjes.

Relatie als gevangenis
Of nu ja, geheimen. Dat klinkt ook
zo geheimzinnig. Het ligt subtieler: ze hebben me dat drukkende gevoel
in mijn borst leren kennen. Dat gevoel dat me bekruipt als ik mezelf
geweld aan doe. Als ik iets doe of zeg wat ik eigenlijk niet wil doen
of zeggen, maar wat ik dan wel doe of zeg omdat ik niet wil dat de
ander mij veroordeelt. Het ‘vind mij lief’-principe. Het zijn de kleine
concessies die een relatie tot een gevangenis kunnen maken. Ik was er
altijd zeer bedreven in.

Boeren
‘Je bent jezelf niet, Ralph’, wordt me nu verteld. ‘Wat wil je echt?’
Ze
hebben liever dat ik mezelf ben in al mijn lelijkheid dan dat ik hen
een plezier doe terwijl ik er niet achter sta. Da’s wennen voor mij,
mister nice guy. Dus eerst deed ik of mijn neus bloedde. Dat waren
schamele pogingen. Alles is op mijn gezicht te lezen. Inmiddels herken
ik ‘t drukkende gevoel al voor het er is. Rücksichtsloze eerlijkheid is
het gevolg. Vooral naar mezelf toe. En wat een ruimte geeft dat.
Alleen jammer dat je er zo van gaat boeren.

Ralph Ploeger over Ralph
‘Ik
ben van negen maanden na de finale. Als Cruyff een paar keer had
gescoord, was ik er misschien niet eens geweest. Ik ben forens en
stukjesschrijver. Ik ben vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Ik
ben van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen.
En soms, als buiten de zon schijnt en mijn krullen mooi doet glanzen,
dan lijkt het net of ik een zorgeloze beachboy ben. En dat geeft
niks…’

Je vindt Ralph ook op  www.ralphp.nl

Volgens hem: Geheimen

Anne, de oudste dochter van mijn vriendin, heeft buitengewone belangstelling voor mijn stoelgang. ‘Ralph, heb je vandaag al gepoept?’ De eerste keren was ik nogal beschroomd om daarop te antwoorden. Laat ik er bij vertellen dat ze 14 is. Voor het perspectief.

Geuren en kleuren
Aan mijn eigen peuters vertel ik in geuren en kleuren alles wat ik op de WC uitspook, opvoedingsgewijs. Aan tieners blijkbaar niet. Da’s eigenlijk gek. Ik ben niet opgegroeid met een taboe op plas en poep. Eerder omgekeerd: mijn moeder plast al haar hele leven met de deur wijd open. Zo hard dat het porselein van de pot spat en zo snel dat niemand haar ooit heeft kunnen betrappen. Over het poepen van mijn vader wil ik het liever niet hebben. Over de doden niets dan goeds.

Openheid
Toch antwoordde ik Anne de eerste keren niet. Of nou ja, door niets te zeggen, of wat te zuchten, antwoordde ik eigenlijk wel. ‘Schaam je je voor je poep, Ralphie?’ vroeg ze plagend. De rest van het gezin lachte meewarig. Die Ralph met zijn hangups. Inmiddels begint ’t een beetje te wennen, ik heb zelfs mijn eerste boer al gelaten. Dat was wel een momentje, merkte ik: ik hoor er nu helemaal bij. Een boer is blijkbaar deel van hun geheime taal, gecodeerd volgens het principe: hoe ongegeneerder, hoe beter.
Openheid is er sowieso de norm. Ze hebben mij geleerd dat geheimen niks anders zijn dan bommetjes.

Relatie als gevangenis
Of nu ja, geheimen. Dat klinkt ook zo geheimzinnig. Het ligt subtieler: ze hebben me dat drukkende gevoel in mijn borst leren kennen. Dat gevoel dat me bekruipt als ik mezelf geweld aan doe. Als ik iets doe of zeg wat ik eigenlijk niet wil doen of zeggen, maar wat ik dan wel doe of zeg omdat ik niet wil dat de ander mij veroordeelt. Het ‘vind mij lief’-principe. Het zijn de kleine concessies die een relatie tot een gevangenis kunnen maken. Ik was er altijd zeer bedreven in.

Boeren
‘Je bent jezelf niet, Ralph’, wordt me nu verteld. ‘Wat wil je echt?’
Ze hebben liever dat ik mezelf ben in al mijn lelijkheid dan dat ik hen een plezier doe terwijl ik er niet achter sta. Da’s wennen voor mij, mister nice guy. Dus eerst deed ik of mijn neus bloedde. Dat waren schamele pogingen. Alles is op mijn gezicht te lezen. Inmiddels herken ik ‘t drukkende gevoel al voor het er is. Rücksichtsloze eerlijkheid is het gevolg. Vooral naar mezelf toe. En wat een ruimte geeft dat.
Alleen jammer dat je er zo van gaat boeren.