Man vs Vrouw: Alles voor de sport

Duursport, teamsport, outdoor, wintersport… Al met al zijn we best sportief bezig. Elke week zetten we in Man vs Vrouw hem tegenover haar met een stelling. Deze week: Vertel me je sport en ik weet wie je bent.

VOLGENS HAAR
Daar kunnen we een hele rits inkoppertjes over gaan opschrijven, maar dat doe ik niet. Ik ben namelijk geen sporter. Zo heb ik geen idee hoe het is met een hockeystick rond te lopen. Ook niet hoe het is om in een busje met z’n allen naar een vergelegen veld te rijden om daar te gaan scoren. Geen idee hoe het voelt te verzuren, te verkrampen, te zweten -nou dat nog wel- met een tosti en schouderklopje in de kantine na.

Teambuilding
Sport kun je beleven en sport kun je doen. Dat belevingsverhaal hebben ze aan mij nooit kunnen slijten. Ik zit niet gespannen voor de buis te wachten op de samenvatting. Houd de krant er niet voor bij en dat ik soms sta te verkleumen langs de lijn is een geïntegreerd onderdeel van mijn taak als opvoeder. Toch ben ik sportief. Zolang het maar niet in groepsverband hoeft en niet op vaste tijden. Nou, wat moet ik daar nu uit concluderen? Dat ik vooral mijn eigen gang wil gaan en niet geconfronteerd wil worden met teambuilding en de zweetlucht van anderen? Zou maar zo kunnen.

Leeg hoofd
Dus jog of skate ik eenzaam over de dijk of doe mijn rondje sportschool wannneer ik denk: Ja, nu! Ik geniet  van die ‘eenzaamheid’. Meer nog dan van de sport. Leuk hoor, weer 800 verbrande caloriën , maar nog lekkerder is het lege hoofd waarmee ik weer thuis kom. Dat gaat me niet lukken met het team van de vereniging. Iedereen wil dan iets zeggen. Ze kunnen toch ook meteen gewoon doen wat ik voorstel? En dan het sociale gebeuren. ’s Zomers de club-bbq, ’s winters met oliebollen lang de deur en tussen de seizoenen door is er De Grote Clubactie. Sportief samenvattend ben ik inderdaad eigenwijs en egocentrisch. Ja, dat is het. Dat, en een controlefreak. 

VOLGENS HEM
Dus volgens bovenstaande kop zegt mijn sporten iets over mij? Dat kan dan nooit veel goeds zijn. Mijn eerste sportervaring was bij de plaatselijke voetbalvereniging. Ik werd als nitwit van een jaar of 10 in een elftal geplaatst waarvan de meest opvallende figuren een meisje genaamd Esther en de slagersjongen “Bolle Witsen” waren. Ik was er op gegaan omdat ik toch ‘iets aan sport’ moest gaan doen van mijn moeder. En bij een jonge knul kom je dan vrijwel automatisch bij voetbal uit.

Voetbal is stom
Ik was geen hoogvlieger. Ik snapte de regels niet, was zo’n strebertje die dacht dat de bal alleen maar zo snel mogelijk in het doel van de tegenstander moest en vond dat mijn medestanders maar lui waren omdat ik altijd alleen helemaal vooraan op de helft van de tegenstander stond. Het heeft een aantal maanden geduurd voordat de trainer mij het begrip ‘buitenspel’ wist bij te brengen. Onze scores werden gekenmerkt door zeer onevenwichtige standen als 17-0, 8-0 en als topper 24-1. Ik had dat ene doelpunt gemaakt en werd daarmee meteen tot topscorer van het elftal gebombardeerd. Omdat kinderen op die leeftijd eigenlijk alleen sporten om door hun ouders te worden aangemoedigd was voor mij de lol er snel af. Mijn ouders hielden helemaal niet van voetbal en zijn ook nooit komen kijken. Na een half seizoen hield ik het voor gezien.

Doel
Ik heb toen ik al volwassen was nog wel een aantal seizoenen gevolleybald, maar ik kwam er uiteindelijk achter dat ik alleen geschikt blijk te zijn voor individuele sporten. De sportschool vind ik onzinnig, omdat je nergens heen gaat en ik altijd wel een doel wil hebben. Ik heb het jaren volgehouden om bijna elke dag een kilometer of dertig te skaten in en rondom Utrecht. Ik deed dat samen met iemand anders en dat vond ik heerlijk. Tegenwoordig doe ik te weinig. Ik zit te veel op mijn krent en ergens in mijn achterhoofd schreeuwt een stemmetje om mijn skates weer uit het vet te halen. Toch maar doen dan. Op de skates is het niet erg om buitenspel te staan.

Man relatie: Pijn M / V

Mannen kunnen niet goed tegen pijn. Laat ik voor mezelf spreken. Ik kan niet goed tegen pijn en heb er een hekel aan. Zeker sinds het trekken van mijn verstandskiezen in het ziekenhuis, waarbij ik de chirurg tegen zijn assistente hoorde zeggen: “Als u mij even vasthoudt, dan kan ik meer kracht zetten.” Sindsdien is mijn lol eraf en vraag ik voor elke tandheelkundige benadering een verdoving.

Oerpijn   
Door een kind te baren wint de vrouw het in pijnuithoudingsvermogen ruimschoots van de man. Voorwaar, ik ben niet jaloers. Tussen verwekken en baren zit een groot verschil, zullen we maar zeggen. Cliché, maar wel waar, daarom zijn clichés ook zo leuk. Baren, de oerpijn van de mens, ligt volledig bij de vrouw.

Gezondheidscentrum Presikhaaf
Doktersbezoeken zijn er in verschillende soorten en maten. Sommige heb ik aan den lijve meegemaakt, andere slechts van horen zeggen. Een beschrijving van de laatste. Vrijdagochtend half negen. Heerlijk is de divers multicultureel opgebouwde samenstelling van de wachtkamer. Met mijn blonde Nederlandse kop erbij zijn er zeker 10 nationaliteiten aanwezig. Pijn en lichamelijke klachten scheppen een band, denk ik, dat integreren gaat toch maar het beste in de wachtkamer bij de huisarts, bloed blijft tenslotte rood en een zwarte huid kan net zoveel pijn doen als een witte.

Huisarts /v
Al snel bespreken de huisarts en ik de flink uitgegroeide bult op mijn buik, die echter volgens haar geen steenpuist is, maar een wat doorgeschoten ontsteking. Even nog hoop ik weg te kunnen komen met een recept voor pillen, maar de arts slijpt haar messen al. Een prik tegen de pijn (Jezus nee, géén prik!) en het snijden kan beginnen.

Baringspijn
Heerlijke uitspraak van mijn vrouwelijke dokter: “Tja, qua pijn is het altijd makkelijk praten aan de andere kant van de naald.” Dertig seconden later is alles gefikst, met de begeleidende dokterstekst: ‘U had flink gespaard!’-doelend op de hoeveelheden pus die de wond verlieten op het moment van snijden. Een pleister erop, die ik driemaal daags verversen moet. Opgelucht verlaat ik de kamer van de dokter. Mijn prik kwam niet eens in de buurt van weeën of baringspijn.

Meer over Feite Hofman
Feite Hofman is een 39-jarige Arnhemmer, heeft een  gezin met vrouw en twee kinderen. In juni kwam ‘Feitmans!’ uit, een verzameling geestige en ontroerende columns en verhalen. Raoul Heertje schreef er het voorwoord voor. Wekelijks blogt Feite voor manOman over zijn visie op de man-vrouwrelatie. Lees meer op www.feitmans.nl.

Vrouw relatie: Te druk voor geluk

Oh mijn hemel, daar is er weer een
uit grootmoeders doos. Maar het is wel waar. Niemand gaat je gelukkig maken als
je niet een beetje blij wordt van jezelf. En dat, dames en heren, is een lange
weg. Je begint goed. Als ukkepuk voel je:
‘met mij is helemaal niets mis’. Maar je bent er nog maar net of de ellende
begint. Je doet het anders dan anderen. Loopt misschien later, praat anders,
leert anders, kleedt je anders, reageert anders. En daar komt allemaal
commentaar op. Gefeliciteerd! Je bent op weg jezelf te verliezen. 

Resetten
Dan word je puber, the dark side of life. Adolescentie,
nog zo’n leuke. Maar dan ben je er ook bijna. Je staat
op de grens van de
volwassenheid. Keurig gedaan! Maar dan moet je terug. In mijn ogen ben je de
rest van je leven bezig te resetten met waar je in je jeugd niet tegenop kon. Gelukkig,
op dat punt van je leven krijg je een partner. Hij of zij maakt alles goed, of
dan tenminste dragelijk. Partners zijn perfecte bliksemafleiders. Verliefd zijn
is geweldig! Vleugels, vioolmuziek, passie, het kan niet op. Maar na de roes
komt de realiteit.

Zo druk
In mijn omgeving zie ik nogal wat stellen die steeds weer nieuwe
bliksemafleiders zoeken. Elk weekend zit vol, er komt een huis, een
verbouwing, een carrière, ander huis, andere verbouwing, ander project,
kinderen… Er moet beweging blijven anders slaat de relatiecrisis toe. Wie
niets om handen heeft gaat weer voelen. Hè gatsie. Hoe vaak zie je niet dat
stellen uit elkaar gaan net wanneer het huis gekocht is, verbouwd is en
ingericht. Dat komt niet omdat ze het niet eens werden over de tegeltjes of het
nieuwe bankstel. Dat komt omdat ze te lang hun leven gebruikt hebben om maar
niet te hoeven resetten. Onder het dunne laagje vinex en Ikea zit een zoekend
mens. ‘Maar ik ging nu toch gelukkig worden? Daar heb ik dit alles toch voor? Daar
heb ik ik jou, ons toch voor?’ Fout, daar heb jezelf voor.

Volgens haar: Te druk voor geluk

Oh mijn hemel, daar is er weer een uit grootmoeders doos. Maar het is wel waar. Niemand gaat je gelukkig maken als je niet een beetje blij wordt van jezelf. En dat, dames en heren, is een lange weg.

Je begint goed. Als ukkepuk voel je: ‘met mij is helemaal niets mis’. Maar je bent er nog maar net of de ellende begint. Je doet het anders dan anderen. Loopt misschien later, praat anders, leert anders, kleedt je anders, reageert anders. En daar komt allemaal commentaar op. Gefeliciteerd! Je bent op weg jezelf te verliezen. 

Resetten  
Dan word je puber, the dark side of life. Adolescentie, nog zo’n leuke. Maar dan ben je er ook bijna. Je staat op de grens van de volwassenheid. Keurig gedaan! Maar dan moet je terug. In mijn ogen ben je de rest van je leven bezig te resetten met waar je in je jeugd niet tegenop kon. Gelukkig, op dat punt van je leven krijg je een partner. Hij of zij maakt alles goed, of dan tenminste dragelijk. Partners zijn perfecte bliksemafleiders. Verliefd zijn is geweldig! Vleugels, vioolmuziek, passie, het kan niet op. Maar na de roes komt de realiteit. 

Relatiecrisis  
In mijn omgeving zie ik nogal wat stellen die steeds weer nieuwe bliksemafleiders zoeken. Elk weekend zit vol, er komt een huis, een verbouwing, een carrière, ander huis, andere verbouwing, ander project, kinderen… Er moet beweging blijven anders slaat de relatiecrisis toe. Wie niets om handen heeft gaat weer voelen. Hè gatsie. Hoe vaak zie je niet dat stellen uit elkaar gaan net wanneer het huis gekocht is, verbouwd is en ingericht. Dat komt niet omdat ze het niet eens werden over de tegeltjes of het nieuwe bankstel. Dat komt omdat ze te lang hun leven gebruikt hebben om maar niet te hoeven resetten. Onder het dunne laagje vinex en Ikea zit een zoekend mens. ‘Maar ik ging nu toch gelukkig worden? Daar heb ik dit alles toch voor? Daar heb ik ik jou, ons toch voor?’ Fout, daar heb jezelf voor. 

Man vs Vrouw: 7 year itch

De 7 year itch zou al niet eens meer bestaan maar zijn veranderd in de 5 year itch. We raken steeds sneller verveeld in relaties. Elke week zetten we hem tegenover haar met een stelling. Deze week: 7 year itch, mythe of niet?

VOLGENS HAAR
Na een jaartje of zeven vaste verkering zou de klad erin komen. Alles is wel zo’n beetje gezien en gedaan en de meeste hitte is er ook wel af. De mythe ‘seven year itch’ dankt haar naam aan een jaren 50 film. Een getrouwde vrouw vertrekt met haar zoontje voor een tijdelijk verblijf aan zee. Vaders blijft achter in New York. En als de kat van huis is, komen er aantrekkelijke dames in je leven. In de film is het Marilyn Monroe, compleet met opwaaiende rok. Want ja, die foto is uit die film. Het wordt wat broeierig tussen Marilyn en de tijdelijke vrijgezel, maar de man valt niet en kiest voor vrouw en kind.

Is dit alles
Naar het schijnt treedt tegenwoordig al na vijf jaar het ‘is dit alles’ gevoel op. Het antwoord is simpel. Ja, dit is alles wanneer je er niets aan doet. Nee, er is veel meer wanneer het je als partners lukt elkaar te blijven ontdekken. Het zou ook even lekker wezen zeg, dat een mens na vijf jaar niet meer interessant zou zijn als liefdespartner. Waarom het toch steeds minder goed lukt heeft te maken met de individualisering van de maatschappij. Het eigen ik moet voorop, terwijl we ook in rap tempo juist eigen verantwoordelijkheden onder de mat schuiven. En als we dan na een jaar of vijf wel klaar zijn met die partner die het vertikt zich compleet naar wens te vormen, nou, dan worden we toch lekker happy single.

Happy single
Ook zo iets. Kent u ze, de ‘happy’ single? Ik niet. Ik ken de term die moet simuleren dat het bijzonder feestelijk is alleen thuis te komen, met als klankbord de een-persoons magnetron AH-maaltijd en 86 kanalen om langs te zappen. En ze weten het, die ‘happy singles’. Of staan er niet zo iets van tig miljoen mensen ingeschreven op relatiesites? Mag ik even weten waar naar gezocht wordt wanneer je zo happy bent? Nee dan de ouderwetse man. Die gluurt eens in de zeven jaar wat onder buurvrouws rok die bij toeval opwaait boven een stads ventilatierooster. Hij ziet het aan, voelt wat opwinding en verlangt opeens naar de zee. Waar zijn vrouw is en het nooit bij toeval waait.

VOLGENS HEM
Wat moet ik hier nu over schrijven? Ik geloof helemaal niet in een “seven year itch”, of dat je die “jeuk” überhaupt hoeft te krijgen. Volgens slimme wetenschappers die het weten kunnen, vernieuwen de cellen in ons lichaam zich zodanig, dat na zeven jaar alle cellen van dat lichaam zich vernieuwd hebben. Hmmm, zou het verband misschien zijn, dat er na die zeven jaar geen enkele cel meer in je lichaam zit die nog verliefd is op die partner van vóór de totale celvernieuwing?

Flexibel
Ik zou me wel voor kunnen stellen dat verliefdheid en de tijd die je daar op kan teren, een bepaalde houdbaarheidsdatum heeft, maar om nu te beweren dat er bij de eerste tekenen van verliefdheid een stempel “beschikbaar over zeven jaar” op je voorhoofd wordt gezet, nee. Ik denk dat je die datum flexibel moet interpreteren. Voor sommigen is de liefde nooit aan bederf onderhevig en houden ze de handen nog vast bij het eikenhouten jubileum. Anderen houden het na het laten van de eerste wind van de partner al voor gezien. Er zijn veel te veel factoren die als basis dienen voor de beslissing om uit elkaar te gaan. Daarom kan je niet zomaar zeggen dat die jeuk met een vaste regelmaat zou moeten komen.

Herhaling
Wat nou als ik een heel betrouwbare partner ben die het nooit in zijn hoofd zou halen om een andere vrouw te begeren? Zou ik dan evengoed om de zoveel tijd jeuk krijgen? Kijk, een midlifecrisis zou ik me nog wel kunnen voorstellen, maar ik mag toch hopen dat die mijn deur voorbij gaat. Ik zit helemaal niet te wachten op een toupet en een te kleine, te dure open auto waarmee ik de jongere generatie mee naar een hotel zou moeten lokken. Mijn lief hoeft niet bang te zijn. Mocht ik ooit binnen een bepaalde tijd jeuk krijgen, dan vraag ik wel of zij even voor me wil krabben.

Woorden van liefde en troost

css.php