Man vs Vrouw: Help, mijn partner is fan

De hele dag dezelfde muziek uit de speakers, het huis verbouwd tot mini museum en het volgende project is een levensgrote tattoo van het idool op de rug? Deze keer in Man vs Vrouw: Help! Mijn partner is fan.

VOLGENS HAAR
Mijn partner is nergens fan van. Bij ons geen oranje huis als het erom spant in voetballand. Geen tickets voor Jan Smit, de Toppers of weet ik wie. Nou.. Maria Mena en Anouk vindt hij geloof ik wel fijne dames. Dat zijn me nog eens rock chicks. Vroeger was ik van Abba. Inclusief poster boven het bed, plakboeken en alle platen. We hebben het hier over het pre-YouTube en rock chick tijdperk, lieve lezers. Die poster was mijn troost en houvast naar de toekomst. Eigenlijk was het geen poster. Het was de binnenhoes van de LP Arrival. De Abba’s voor een helicopter.

Anni-Frid
Als gekwelde puber sprak ik tegen ‘die donkere’. Want ‘die blonde’ had al de meeste fans. Typisch ik. Altijd in de spagaat op zoek naar evenwicht. Maar ‘die donkere’ begreep dat. Ze begreep alles. Ik zweer je dat ze me, vanaf de poster, eens haar liefste knipoog schonk toen de wereld weer eens een onneembare vesting leek. Ik was een sombere puber. Maar Abba maakte blij.

Feest
Abba maakt nog steeds blij. Mama Mia heb ik drie miljoen keer gezien. De dvd dan. Van musicals krijg ik uitslag. En als ik straks jarig ben geef ik een Abba-feest. Jaren-70 kostuum verplicht. Dan ben ik Meryl Streep, die me al drie miljoen keer liet janken zodra ze ‘Slipping through my fingers’ begon te zingen. Dat komt omdat mijn dochter al zo groot wordt. Dezelfde dochter die geboren werd kort nadat oma stierf. Oma had voor haar uitvaart een Abba nummer gekozen. ‘I have a dream’. Ook al drie miljoen keer bij gejankt.

Miljoenen
Maar met Abba houdt mijn adoratie voor celebs wel op. Knap hoor, hoe ze talent weten om te zetten in miljoenen. Dat is ook, denk ik, zo’n beetje het enige verschil met alle talentvolle mensen die het niet lukt om op posters en podia te verschijnen. Mijn diepste bewondering gaat uit naar de gewone man of vrouw uit de straat. De mensen die tien keer vallen en tien keer opstaan. De anonieme Jan en Riek waarvan de groeven in het gelaat staan, in plaats van op een plaat. Ieder met hun eigen talent, levenskunst en wijze lessen. Maar ja, hang dat maar eens boven je bed.

VOLGENS HEM
Sommige mensen pronken met hun fan-zijn. Ze laten geen mogelijkheid onbenut om anderen te vervelen met hun kennis over een of andere celeb waar ze 2 dagen voor liggen te koukleumen in een slaapzakje voor de deur van de ticketservice. Ik heb dat nooit gehad. Met echt geen één band of persoon of wat dan ook. Ik kan wel bewondering hebben voor wat iemand presteert, of voor iets waar die persoon duidelijk tientallen jaren voor heeft moeten studeren of oefenen. Maar dat zal zich bij mij nooit uiten in posters aan de muur of zwijmelen in de bioscoop of gillen bij een concert.

Zwijmelen
Mijn vrouw heeft daar gelukkig ook geen last van. Hoewel, ze is wel eens fan van één of andere band of zanger(es), maar dat duurt nooit zo lang. Ze heeft een tijdje op mijn jaloezie-klier gewerkt door letterlijk seksueel opgewonden te raken van de zanger van de Kings of Leon. Van zijn stem dan. Iedere keer als zijn licht overslaande whiskey-stem door de speakers van de autoradio klonk, ging het volume op tien en klonken er erotiserende geluiden naast me die je normaal gesproken alleen in de echtelijke sponde hoort. Er op vertrouwende dat dit een liefde op afstand zou blijven kocht ik zelfs de debuut cd voor haar. Tegenwoordig hoor ik de cd nog maar zelden. Haar adoraties zijn gelukkig van voorbijgaande aard.

Trouw
Mijn dochters hebben allebei een idool. De jongste valt op een jong zangertje van een redelijk overeenkomstige leeftijd. In het begin hoefde ik de naam maar te noemen en dan ging ze ogenblikkelijk gillen. Letterlijk. Het deed me aan het Doe Maar tijdperk denken. Maar ze lijkt wat dit betreft op haar moeder. De liefde is al wat bekoeld, de geluiden van zijn cd beuken niet meer continue uit haar slaapkamer. Mijn andere dochter is veel trouwer. Die heeft al een paar jaar een ‘crush’ op een acteur. Haar kamer hangt vol posters, ze heeft iedere film gezien en heeft hem zelfs een brief geschreven. Kortom, een echte die-hard. Als dit gedrag typisch iets voor pubers is, ben ik blij dat mijn vrouw de puberale nukken achter zich heeft gelaten. Geen slaapkamer met posters, geen pyjama met foto en geen altaar met merchandise. Zolang ze maar wel fan van mij blijft.

Volgens haar: Ja leuk! De loopband

Vroeger was alles beter. Vroeger had ik nog zin, woog ik minder en had ik een sixpack nog voor het woord was uitgevonden. Ik was gewoon lekker bezig. In de sportschool. Dat waren nog eens tijden.

Fanatiek
Je had de zware jongens en daar hoorde ik bij. De die-hards. De jongens en meisjes van de shakes, de uitgekiende trainingsschema’s en de club waar de beginners best wel even plaats voor maakten. Ik voerde discussies met afvalligen dat bodybuilddames helemaal niet net mannen waren. Hallo! Vind je mij een manwijf dan? Nou dan! En ik werd niet eens zo erg agressief, want ik was een ‘natural’. Een schepje extra eiwit à la, maar anabolen daar deed ik niet aan.

Loopband
Maar toen kwam de liefde. En van de liefde kwam een baby. De sportschooltraining werd zwangerschapsgym, de zwangerschapsgym werd babyzwemmen. Het babyzwemmen werd kleutergym. Daarmee verdween het samenwerkingsverband en ik van het sporttoneel. Dat was natuurlijk geheel mijn eigen schuld, dikke bult. En over dikke bult gesproken…Nou, dat niet echt. Heus, wanneer je goed voelt, kun je nog iets van een prehistorisch sixpackje terugvinden. Onder mijn moederlijk zwembandje. Helemaal niet erg. Wel erg is de teloorgang van de conditie. Dus toen zelfs de foto’s van het babyzwemmen door het verstrijken der jaren hun glans begonnen te verliezen was dat een teken. Ik moest maar weer eens naar de sportschool.

Hartslag
Hij kende me nog. Een van de die-hard bodybuilders was nu trainer. Het weerzien met hem was wel aardig. Een confrontatie van vergane glorie, dat wel. Maar goed…Gelukkig hadden we onze sterke karakters nog. “Schemaatje doen maar?” “Doe maar ja, ik weet het allemaal niet meer zo goed.” “Ach joh, je pikt het zo weer op,” loog hij, “begin maar vast 10 minuutjes op de loopband.” Tien minuten? Zo lang? Na een paar seconden al zat ik op hartslag 145. Echt wel dat het nodig was.

Volgens haar: Relatie met afstand

Laat ik gelijk maar duidelijk zijn. Ik ben regelmatig een enorme voorstander van afstand. Nee, ik ben geen kouwe, ja ik knuffel en frutsel wat af, maar dit lukt alleen wanneer je niet de hele drukke dag bovenop mijn lip zit. Ja? Afstand graag voor je me verstikt. Dank u!

Doelgerichte actie
Stiekem twijfel ik of ik wel een échte vrouw ben. Of misschien kan ik beter niet meer geloven in de clichés over echte vrouwen. Zo draai ik in de liefde mijn hand niet voor om a-romantische acties. Een minuutje of drie wat voorspel -I hate the word-  vind ik ruim voldoende. Een simpele aankondiging als ‘Zeg, voel jij wat ik voel?’ heb ik eigenlijk liever. Houd ik tenminste nog wat tijd over. Ga toch zeker niet uren in ogen zitten staren en woordjes slijmen als ik ook nog iets anders kan doen?

Erg
De aversie is erin geslopen om praktische reden. Ja, ja, ik hoor de psychologen al zuchten. Dat ik iets heb opgelopen. Iets ergs waarschijnlijk. Waardoor mijn zachte, vrouwelijke kant niet meer durft. Maar mijn eigen hypothese voldoet prima. Nooit kwam ik namelijk eens een man tegen die niet direct meer wilde wanneer ik gewoon een beetje plakte voor de knus, de schouder en wat warmte. Voor ook andere mensen dan psycholgen gaan steigeren: Dat lag niet aan mij als soort van compliment, dat lag aan het verwachtingspatroon van de man.

Randvoorwaarden
Gaf ik een man een zoen die langer duurde dan twee seconden dan gleden er ogenblikkelijk handen richting bilpartij en verandert er iets in de ademhaling. Zijn handen, mijn billen, zijn ademhaling. Dat vond ik een grote verantwoordelijkheid en een zwaar juk. En daarom werd ik van de afstand. Want het werd zo naar om steeds te moeten zeggen dat ik écht alleen maar even een hugh wilde. Dat kusjes soms ook een spontane uiting van vreugde of liefde zijn. Geen belofte met dichtgetimmderde randvoorwaarden. Maar ja, maak dat zo’n man maar eens duidelijk. Dan werkt afstand een stuk sneller. 

Man vs Vrouw: Afstand in je relatie

Je lief zelden zien. Elke week zetten we in Man vs Vrouw hem tegenover haar met een stelling. Deze week: werkt een relatie op afstand?

VOLGENS HAAR
“Voor mij geen trucker of man in het vreemdelingenlegioen. Ik ga écht geen rekening houden met een man die toch nooit thuis is.” Deze puberale uitspraak was nog van voor ik kennis maakte met de liefde.

Gelukscurve
Ik zou er nog steeds geen ster in zijn. Terwijl ik toch vrij snel uitslag krijg van teveel mensen om me heen. Ruimte wil ik. En een lege kop. Zonder met mijn ogen te knipperen laat ik mijn bloedjes wat aanmodderen en scandeer regelmatig: ‘laat me nou! Hup, uit mijn aura!’. Gelukkig voor ons gezinsgeluk heb ik een kleine aura. Ik blijf heus wel plakken. Maar alles samen ondernemen of fröbelen bij een kopje thee en het Verkade theelichtje? Ach, loop gewoon een paar keer per dag de huiskamer binnen en mijn gelukscurve schiet al omhoog.

Hoger doel
Ik houd van de ontspannen sfeer waarbij man en kinders lekker wat aanklooien in en rondom huis. Ieder zijn ding. Niet in mijn aura, maar wel op ongeveer dezelfde vierkante meters. Oké, ruimer mag ook, maar kijk in mijn hart en ik heb het liefst aan het eind van elke dag de roedel weer kompleet. Ik bewonder mensen die voor langere tijd afscheid nemen van geliefden ten behoeve van een hoger doel. ‘Uit het oog, uit het hart’ is wat al te stellig, maar ‘uit het oog, uit mijn dagelijkse routine’ is bij mij toch wel haast een vanzelfsprekendheid.

Balans
Vriendin X heeft een man die maar zo een aantal maanden van huis kan zijn. Voor werk. Zij runt en regelt. Iedereen blij. Tot hij weer thuis is. Dan is ze ook blij, met hem. Maar niet met zijn bemoeienissen. “Het is toch elke keer weer even opnieuw de balans vinden.” Wat ze lukt. Daar niet van. De afstand was fysiek. Maar toch, zo’n man die weer het vlees komt snijden en bepaalt op welk kanaal de tv ’s avonds staat, voelt toch als landjepik, die eerste weken.

Hond
Erger is de afstand van de stellen die strak naast elkaar op de bank zitten, maar communiceren via de hond. “Wat is het baasje weer stil, hé Pluis? Nou, laat hem maar lekker in zichzelf brommen hoor, wat jij? Wij vermaken ons wel.” Wat dat betreft ben ik absoluut doordrongen van mijn gezegende positie. Ik heb wel de roedel, maar geen hond.

VOLGENS HEM
Voor mij werkt het niet. Niet dat ik ooit een lief heb gehad die op grote afstand woonde. Ja, een vakantieliefde in mijn jeugd, maar vakantieliefdes zijn negen van de tien keer toch tot mislukken gedoemd. Maar als volwassene een relatie met iemand die door de weeks of langer op een afstand van meer dan 50 kilometer zou werken? Nou nee.

Rust
Begrijp me niet verkeerd. Het kan natuurlijk best eens lekker zijn om de bank helemaal voor je alleen te hebben, geen trekkerige dramaseries te hoeven kijken, en desnoods de hele avond de afstandsbediening in je handen te kunnen houden. Maar dat valt bij mij toch echt onder de categorie ‘heel af en toe best eens leuk.’ Dat moet zeker niet te vaak gebeuren. Ik ben een ‘plakker’.

Romantiek
Je kunt mij niet gelukkiger maken dan lekker met zijn tweeën strak tegen elkaar op de bank. Samen naar theater of naar de film mag ook, om het even wat. Als het maar samen is. Dat klinkt kleffer dan bedoeld. Maar ik geef toe, ik val in de categorie ‘ouwe romanticus’. Liever het kaarslicht zien weerkaatsen in de ogen van mijn lief, dan te fel tl-licht op mijn broodje bal bij snackbar Jan.

Te stil
Jaren geleden heb ik eens een periode dermate ver van huis gewerkt dat ik af en toe in een hotel ging om de oververmoeidheid voor te zijn. Dat vond ik dus helemaal niks. Alle dingen die aan het verblijf in een hotel normaal gesproken leuk zijn, blijken flinterdun als je alleen in dat hotelbed slaapt. De kamer is te stil, de badkamer te steriel en de eettafel in het restaurant te leeg. Ik teken veel liever voor een eettafel met mijn lief, ruziënde kinderen, een mislukte prak en een schooiende poes, dan voor het eeuwige bakje appelmoes met rode kers.

Woorden van liefde en troost

css.php