Categoriearchief: Blogs

Man vs Vrouw: Kerst

Hoi Bo,
Zijn we niet hard bezig de grens te slechten die ‘smaakvolle kerstverlichting’ scheidt van ‘Las Vegas in Holland’? Met al die lampjes aan al die gevels begin ik me in ieder geval af te vragen wie er een betere kerst heeft, kindeke Jezus of de Nuon? Ik werk op zes hoog in Amsterdam, met uitzicht op het Amstelhotel. Ook dáár, Bo, ook daar: knipperende lampjes aan de gevel. Als dat geen bewijs is van de Tokkie-ficering van de samenleving? Wat jij?

Witte Kerst
En ineens begint dan die Helga van Leur ook weer te hinniken over de kans op een witte kerst. Wat is dat toch met die weertypes? Denken ze nou echt dat er in Nederland iemand is die op die Hollandse derriesneeuw zit te wachten? Het zal wel aan mij liggen. Kerstmis zonder sneeuw is pas vervelend als je op 25 december boven op een berg staat met ski’s onder je voeten en gras tot je enkels.

Kerst bij oma
Ik kan me ook herinneren dat Kerst in het verleden ook geen pakjesavond was. Ik ging op kerstavond altijd naar mijn oma, waar we met alle ooms, tantes, neefjes en nichtjes een broodmaaltijd nuttigden aan een meterslange geïmproviseerde tafel. Eerst gingen we met zijn allen naar de mis in de Katholieke kerk. Daar zat mijn diepgelovige oma zich dan te midden van een horde giechelende en porrende kleinkindertjes op te vreten. Gelukkig voor ons paste de aloude kerstgedachte van vrede en liefde voor iedereen haar als een oude jas. Ze zei dus niets, maar keek strak naar een plek ver weg aan de overkant van de kerk. Een jaar later zat ze vanaf die plek naar ons te zwaaien.

Verlichting
Die oma en haar kerstmis uit de oude doos. Wanneer we na het kerstmaal diep in de nacht naar huis gingen, kregen alle kleinkinderen van haar een mandarijn en een plastic kerstbal met een snoepje erin. Buiten gleden we dan uit op het besneeuwde pad, omdat we de gladde plekken niet zagen in de pikdonkere nacht.

Oma had de kerstverlichting namelijk nog gewoon binnen in de kerstboom hangen.

Fijne Kerst!

Ralph

Hai Ralph,
Zolang oma je beste vriendin is en je knuistjes nog klein, zijn kerst de meest wonderlijke dagen van het jaar. Je weet dat kerst nooit meer hetzelfde wordt wanneer de rol van oma verschuift van december naar oktober met de vraag: ‘Wie neemt oma dit jaar?’ Als ze mazzel heeft. Ook ik ken de spannende nachten en de kerkgang voor kerst. Was dat spannend dan? Ja, want je luisterde naar dingen die je eigenlijk niet begreep maar toch stemmig bij zat te knikken. Zo moest het grote-mensen-leven zijn! Met altijd kerstbrood en gespikkelde schuimkransjes na.

Schapen en ossen
Ook fijn waren de uitjes naar de levende kerststal. Ken je die? Daar snapte ik twee dingen niet aan. Dat ik alwéér mijn mooiste kleren aan mocht, en dat er zomaar échte schapen en ossen in de kerk mochten. Maar als ik dan toch weer in de kerk was nam ik me voor heel goed te zijn, want was de wereld niet fijner als we allemaal goed waren? Was het daar niet voor bedoeld? Dat hele gedoe met dat kind en die ster en zo. Wat nooit kon kloppen, maar het idee was leuk.

Wonder
Na die jaren kregen we de fase waarin ik begon te beseffen dat er inderdaad iets niet klopte. De glans van de kerstnacht kreeg de glans van de commercie. Wat een verschrikking! Uit protest schoot ik een kerst of drie helemaal de minimalistische hoek in. Met pyamadagen, een goed boek, de wereld buiten en gewoon een boterham met hagelslag. En oké, kopjes thee met gespikkelde schuimkransjes. Die mierzoete roze rondjes bleef ik trouw.

Kindgevoel
Nu ben ik redelijk gestabilliseerd. En, oh grote schok. Ik vind al die kerstlampjes waar je over schrijft eigenlijk heel erg leuk. Die lichtjes maken dat kindgevoel weer een beetje los. Alsof er toch nog wat van mystiek in de lucht hangt. Oké, tubelights en arrensleeën van de Gamma, maar toch. Ik wil heel graag denken dat de mensen die die lichtjes ophangen, net als ik terug verlangen naar een kerst om in te geloven. Naar tijden toen alles nog wonderlijk was, oma nog leefde en je als kind naar de nachtmis ging. Kerstbrood en gespikkelde schuimkransjes na.

Op een fijne kerst, Ralph!

Bo

En nog een mooie clip om de kerst mee te vieren:

Man vs Vrouw: Lange winteravonden

Hai Ralph,
Heb jij ook zo’n zin in een lange winterslaap van zeg, eind november tot begin maart? Hup onder de wol en ze bekijken het maar? In deze periode van het jaar kom ik het liefst de deur niet uit. En als ik al iets onderneem ben ik degene die direct na 21.00 u vraagt hoe laat het slapen begint. Mijn familie is het gewend. En vrienden heb ik niet. Zeker niet in de winter. Met Bo is er toch niets aan. Die wil alleen maar met het nieuwste Ikea woonplaid op de bank. Kaarsjes aan met een boekje in een hoekje. Wachten tot het wat lichter wordt.

Melatonine
Ik heb het voor straf. Omdat ik iets te vaak heb geroepen dat ‘een mens niet veel meer is dan een wandelende scheikundedoos.’ Als boetedoening reageer ik te sterk. Dat zal me leren. Als ik koffie ruik sta ik al te hyperen, die twee joints, ooit, waren ook geen succes. Iets sterkers probeer ik niet eens. Na drie happen koolhydraten heb ik uren nodig om weer mezelf te worden en na een half glas alcohol vind ik iedereen aardig. En melatonine, wat was dat ook alweer? Dat zorgt ervoor dat je slaap krijgt zodra het buiten donker wordt. Ah…vandaar.

Lichttherapie
Dat ik somber ben is onzin. High sensitive – zoals die laatste vriendin zei, voordat ook zij de benen nam, half januari vorig jaar – geloof ik niet. Ik ben een scheikundedoos, geen zweefteef. En als het dan toch naar iets moet neigen prefereer ik het woord ‘seizoensmens’. Heb jij dat nou ook, dat meedeinen met de seizoenen? In de winter doe ik het, net als de natuur, gewoon lekker rustig aan. Tenminste, zo lijkt het. Van binnen wordt er hard gewerkt. Ik geef toe, je ziet er niets van, maar ik denk veel na. Dan. Maar hoezeer ik ook bezin, reflecteer of bedenk, eigenlijk kom ik pas weer een beetje in beweging wanneer de lange winteravonden over zijn. Misschien moet ik eens iets met lichttherapie. Valt dat onder scheikunde?<

Groetjes vanaf de bank, Bo

Ha die Bo,
Scheikundedoos versus zweefteef. Ik ben bang dat ik dan toch die zwever ben. Een zwever die niet echt meedeint met de seizoenen, trouwens. Ik bén wel erg voor meedeinen hoor. Het leven als getij, met eb en vloed, dat komt en gaat zonder dat we er wezenlijk invloed op kunnen uitoefenen. Je daartegen verzetten heeft wat Don Quichot-achtigs. Bovendien, de dingen waar je tegen vecht, worden alleen maar groter en sterker.

Winterdip
Meedeinen zonder mee te bewegen met de seizoenen betekent zoiets als buiten en onder de mensen zijn in de zomer, tegenover binnen en onder een dekentje in de winter, zonder winterdipjes en zomerextases. Winterdipjes zijn mij vreemd. Ik denk ook al niet meer na in de winter, en niet minder in de zomer. Tenminste, niet als je denken als iets onbewusts ziet. Het brein ordent, en gedachten komen boven. In de winter lees ik meer, dus worden andere gebieden van mijn hersenen uitgedaagd dan in de zomer, wanneer het leven zich buiten afspeelt, met impulsen van zon en zee en levendigheid.

Liever niets dan iets
Sowieso is mijn credo: ik doe liever niets, dan iets. Het is het credo van veel mannen, ik weet het. Mannen zijn volgens mij minder van het afspreken en bellen en contact onderhouden. Ze kunnen iemand drie jaar niet zien en hem toch nog een vriend noemen. Dat is er bij vrouwen niet bij, natuurlijk. Door jullie wordt elk woord en elke stilte geanalyseerd. Dat hoeft van mij niet. Geef mij maar het langzame leven. Met mijn lief, mijn dochters, haar kinderen, wat familie. Drukte zoek ik op mijn werk. Af en toe de voetbalkantine. En dit het hele jaar door. Zomers op de bank, ’s winters op de bank.

Groetjes, ook vanaf de bank, Ralph

Ralph Ploeger over Ralph
‘Ik ben van negen maanden na de finale. Als Cruyff een paar keer had gescoord, was ik er misschien niet eens geweest. Ik ben forens en stukjesschrijver. Ik ben vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Ik ben van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen. En soms, als buiten de zon schijnt en mijn krullen mooi doet glanzen, dan lijkt het net of ik een zorgeloze beachboy ben. En dat geeft niks…’
Je vindt Ralph ook op www.ralphp.nl

 

 

Man vs Vrouw: Begrijp jij je partner?

Mannen en vrouwen communiceren verschillend. Maar is dat nu wel zo? Deze keer in Man vs Vrouw: Begrijp jij je partner?

VOLGENS HEM
In de trein zat ik tegenover een middelbaar stel. Type man met snor en vrouw met zenuwachtig lachje. Er stonden allemaal tasjes tussen hun benen. “We zijn lekker geslaagd”, zei de vrouw. Haar man keek uit het raam. De vrouw trok een tasje op haar schoot en haalde er een shirt uit. “Ik ben blij dat we deze nog voor je hebben gehaald. Staat goed bij die broek.” De man zuchtte. “Dat zei je al, ja”, bromde hij.

Mannen begrijpen elkaar
Ik zeg: mannen en vrouwen zijn niet geschikt om dingen samen te doen. Vooral omdat een man een vrouw sowieso niet begrijpt. En andersom. Een groep mannen is een kudde die zichzelf in stand houdt. Mannen begrijpen elkaar, doen samen dingen zonder er over na te hoeven denken. Als ik in de kroeg een uur lang heel diepzinnig heb zitten praten met een man, vervolgens midden in een zin ga pissen, om nooit meer terug te komen, zal die man me later in het voorbijgaan een knipoog geven. Dat hoef ik bij een vrouw niet te proberen. En een vrouw bij mij ook niet. De horror van de afwijzing!

In de mix
Dus: pas als we gaan mixen, begint de ellende. Een relatie is de ultieme mix. We grijpen elkaar vast, doen water bij de wijn, gaan dingen samen doen, worden gewoontedieren, doen dingen niet omdat we ze willen doen, maar omdat we ze altijd zo deden. Daarom is er voor mij maar één regel. Ik houd van jou van de zon tot de maan en de sterren en weer terug. Ook als ik kies voor een leven zonder een berg tasjes tussen mijn benen.

VOLGENS HAAR
Regelmatig flap ik er tegenover mijn lief van alles uit. Vast ook wel eens over T-shirts. Of over dingen waarvan ik denk dat hij ze denkt. En zo heb ik nog wel meer slechte eigenschappen. Bijvoorbeeld dat ik denk dat hij ook wel iets begrijpt zonder dat ik het zeg. Ik weet het, ik ga in diepe schaamte heen. Want a) mannen houden niet van gedachtelezen en b) ga ik totaal voorbij aan een heel scala managersboeken over goed communiceren. Die dan weer vaak geschreven zijn door mannen. Dat dan weer wel.

Eigenbelang
Dus communiceren moet, ook van de man. Al zit je al twintig jaar naast dezelfde man of vrouw op de bank en denk je alles wel te weten. Met zo’n gedachte ga je onherroepelijk onderuit door voor jezelf de minst gunstige uitleg te kiezen. En hij – of zij – doet natuurlijk hetzelfde. Dat is namelijk gebleken. Mensen zijn geneigd voor zichzelf de uitleg te kiezen die ze het best uitkomt. Positivo’s maken het mooier, zwartkijkers zwarter. Dus ik zeg: het maakt me niet uit of het nu over T-shirts gaat of over iets wereldschokkends, gooi het eruit en praat maar raak. Dat komt me namelijk het best uit.

Ralph Ploeger over Ralph
‘Ik ben van negen maanden na de finale. Als Cruyff een paar keer had gescoord, was ik er misschien niet eens geweest. Ik ben forens en stukjesschrijver. Ik ben vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Ik ben van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen. En soms, als buiten de zon schijnt en mijn krullen mooi doet glanzen, dan lijkt het net of ik een zorgeloze beachboy ben. En dat geeft niks…’
Je vindt Ralph ook op www.ralphp.nl

Man vs Vrouw: Help, mijn partner is fan

De hele dag dezelfde muziek uit de speakers, het huis verbouwd tot mini museum en het volgende project is een levensgrote tattoo van het idool op de rug? Deze keer in Man vs Vrouw: Help! Mijn partner is fan.

VOLGENS HAAR
Mijn partner is nergens fan van. Bij ons geen oranje huis als het erom spant in voetballand. Geen tickets voor Jan Smit, de Toppers of weet ik wie. Nou.. Maria Mena en Anouk vindt hij geloof ik wel fijne dames. Dat zijn me nog eens rock chicks. Vroeger was ik van Abba. Inclusief poster boven het bed, plakboeken en alle platen. We hebben het hier over het pre-YouTube en rock chick tijdperk, lieve lezers. Die poster was mijn troost en houvast naar de toekomst. Eigenlijk was het geen poster. Het was de binnenhoes van de LP Arrival. De Abba’s voor een helicopter.

Anni-Frid
Als gekwelde puber sprak ik tegen ‘die donkere’. Want ‘die blonde’ had al de meeste fans. Typisch ik. Altijd in de spagaat op zoek naar evenwicht. Maar ‘die donkere’ begreep dat. Ze begreep alles. Ik zweer je dat ze me, vanaf de poster, eens haar liefste knipoog schonk toen de wereld weer eens een onneembare vesting leek. Ik was een sombere puber. Maar Abba maakte blij.

Feest
Abba maakt nog steeds blij. Mama Mia heb ik drie miljoen keer gezien. De dvd dan. Van musicals krijg ik uitslag. En als ik straks jarig ben geef ik een Abba-feest. Jaren-70 kostuum verplicht. Dan ben ik Meryl Streep, die me al drie miljoen keer liet janken zodra ze ‘Slipping through my fingers’ begon te zingen. Dat komt omdat mijn dochter al zo groot wordt. Dezelfde dochter die geboren werd kort nadat oma stierf. Oma had voor haar uitvaart een Abba nummer gekozen. ‘I have a dream’. Ook al drie miljoen keer bij gejankt.

Miljoenen
Maar met Abba houdt mijn adoratie voor celebs wel op. Knap hoor, hoe ze talent weten om te zetten in miljoenen. Dat is ook, denk ik, zo’n beetje het enige verschil met alle talentvolle mensen die het niet lukt om op posters en podia te verschijnen. Mijn diepste bewondering gaat uit naar de gewone man of vrouw uit de straat. De mensen die tien keer vallen en tien keer opstaan. De anonieme Jan en Riek waarvan de groeven in het gelaat staan, in plaats van op een plaat. Ieder met hun eigen talent, levenskunst en wijze lessen. Maar ja, hang dat maar eens boven je bed.

VOLGENS HEM
Sommige mensen pronken met hun fan-zijn. Ze laten geen mogelijkheid onbenut om anderen te vervelen met hun kennis over een of andere celeb waar ze 2 dagen voor liggen te koukleumen in een slaapzakje voor de deur van de ticketservice. Ik heb dat nooit gehad. Met echt geen één band of persoon of wat dan ook. Ik kan wel bewondering hebben voor wat iemand presteert, of voor iets waar die persoon duidelijk tientallen jaren voor heeft moeten studeren of oefenen. Maar dat zal zich bij mij nooit uiten in posters aan de muur of zwijmelen in de bioscoop of gillen bij een concert.

Zwijmelen
Mijn vrouw heeft daar gelukkig ook geen last van. Hoewel, ze is wel eens fan van één of andere band of zanger(es), maar dat duurt nooit zo lang. Ze heeft een tijdje op mijn jaloezie-klier gewerkt door letterlijk seksueel opgewonden te raken van de zanger van de Kings of Leon. Van zijn stem dan. Iedere keer als zijn licht overslaande whiskey-stem door de speakers van de autoradio klonk, ging het volume op tien en klonken er erotiserende geluiden naast me die je normaal gesproken alleen in de echtelijke sponde hoort. Er op vertrouwende dat dit een liefde op afstand zou blijven kocht ik zelfs de debuut cd voor haar. Tegenwoordig hoor ik de cd nog maar zelden. Haar adoraties zijn gelukkig van voorbijgaande aard.

Trouw
Mijn dochters hebben allebei een idool. De jongste valt op een jong zangertje van een redelijk overeenkomstige leeftijd. In het begin hoefde ik de naam maar te noemen en dan ging ze ogenblikkelijk gillen. Letterlijk. Het deed me aan het Doe Maar tijdperk denken. Maar ze lijkt wat dit betreft op haar moeder. De liefde is al wat bekoeld, de geluiden van zijn cd beuken niet meer continue uit haar slaapkamer. Mijn andere dochter is veel trouwer. Die heeft al een paar jaar een ‘crush’ op een acteur. Haar kamer hangt vol posters, ze heeft iedere film gezien en heeft hem zelfs een brief geschreven. Kortom, een echte die-hard. Als dit gedrag typisch iets voor pubers is, ben ik blij dat mijn vrouw de puberale nukken achter zich heeft gelaten. Geen slaapkamer met posters, geen pyjama met foto en geen altaar met merchandise. Zolang ze maar wel fan van mij blijft.

Man vs Vrouw: Afstand in je relatie

Je lief zelden zien. Elke week zetten we in Man vs Vrouw hem tegenover haar met een stelling. Deze week: werkt een relatie op afstand?

VOLGENS HAAR
“Voor mij geen trucker of man in het vreemdelingenlegioen. Ik ga écht geen rekening houden met een man die toch nooit thuis is.” Deze puberale uitspraak was nog van voor ik kennis maakte met de liefde.

Gelukscurve
Ik zou er nog steeds geen ster in zijn. Terwijl ik toch vrij snel uitslag krijg van teveel mensen om me heen. Ruimte wil ik. En een lege kop. Zonder met mijn ogen te knipperen laat ik mijn bloedjes wat aanmodderen en scandeer regelmatig: ‘laat me nou! Hup, uit mijn aura!’. Gelukkig voor ons gezinsgeluk heb ik een kleine aura. Ik blijf heus wel plakken. Maar alles samen ondernemen of fröbelen bij een kopje thee en het Verkade theelichtje? Ach, loop gewoon een paar keer per dag de huiskamer binnen en mijn gelukscurve schiet al omhoog.

Hoger doel
Ik houd van de ontspannen sfeer waarbij man en kinders lekker wat aanklooien in en rondom huis. Ieder zijn ding. Niet in mijn aura, maar wel op ongeveer dezelfde vierkante meters. Oké, ruimer mag ook, maar kijk in mijn hart en ik heb het liefst aan het eind van elke dag de roedel weer kompleet. Ik bewonder mensen die voor langere tijd afscheid nemen van geliefden ten behoeve van een hoger doel. ‘Uit het oog, uit het hart’ is wat al te stellig, maar ‘uit het oog, uit mijn dagelijkse routine’ is bij mij toch wel haast een vanzelfsprekendheid.

Balans
Vriendin X heeft een man die maar zo een aantal maanden van huis kan zijn. Voor werk. Zij runt en regelt. Iedereen blij. Tot hij weer thuis is. Dan is ze ook blij, met hem. Maar niet met zijn bemoeienissen. “Het is toch elke keer weer even opnieuw de balans vinden.” Wat haar lukt. Daar niet van. De afstand was fysiek. Maar toch, zo’n man die weer het vlees komt snijden en bepaalt op welk kanaal de tv ’s avonds staat, voelt toch als landjepik, die eerste weken.

Hond
Erger is de afstand van de stellen die strak naast elkaar op de bank zitten, maar communiceren via de hond. “Wat is het baasje weer stil, hé Pluis? Nou, laat hem maar lekker in zichzelf brommen hoor, wat jij? Wij vermaken ons wel.” Wat dat betreft ben ik absoluut doordrongen van mijn gezegende positie. Ik heb wel de roedel, maar geen hond.

VOLGENS HEM
Voor mij werkt het niet. Niet dat ik ooit een lief heb gehad die op grote afstand woonde. Ja, een vakantieliefde in mijn jeugd, maar vakantieliefdes zijn negen van de tien keer toch tot mislukken gedoemd. Maar als volwassene een relatie met iemand die door de weeks of langer op een afstand van meer dan 50 kilometer zou werken? Nou nee.

Rust
Begrijp me niet verkeerd. Het kan natuurlijk best eens lekker zijn om de bank helemaal voor je alleen te hebben, geen trekkerige dramaseries te hoeven kijken, en desnoods de hele avond de afstandsbediening in je handen te kunnen houden. Maar dat valt bij mij toch echt onder de categorie ‘heel af en toe best eens leuk’. Dat moet zeker niet te vaak gebeuren. Ik ben een ‘plakker’.

Romantiek
Je kunt mij niet gelukkiger maken dan lekker met zijn tweeën strak tegen elkaar op de bank. Samen naar theater of naar de film mag ook, om het even wat. Als het maar samen is. Dat klinkt kleffer dan bedoeld. Maar ik geef toe, ik val in de categorie ‘ouwe romanticus’. Liever het kaarslicht zien weerkaatsen in de ogen van mijn lief, dan te fel tl-licht op mijn broodje bal bij snackbar Jan.

Te stil
Jaren geleden heb ik eens een periode dermate ver van huis gewerkt dat ik af en toe in een hotel ging om de oververmoeidheid voor te zijn. Dat vond ik dus helemaal niks. Alle dingen die aan het verblijf in een hotel normaal gesproken leuk zijn, blijken flinterdun als je alleen in dat hotelbed slaapt. De kamer is te stil, de badkamer te steriel en de eettafel in het restaurant te leeg. Ik teken veel liever voor een eettafel met mijn lief, ruziënde kinderen, een mislukte prak en een schooiende poes, dan voor het eeuwige bakje appelmoes met rode kers.